Stoomlocomotief 044 389-5

"Spoor Z en Altenbeke". Dat hoort inmiddels ondeelbaar bij elkaar! Op grond van deze twee-eenheid is de 044-389-5 voor 2024 als Museumloc uitgekozen. De 44 389 werd in 1941 onder fabrieksnummer 25998 door Henschel & Sohn te Kassel gebouwd en op 6 maart 1941 afgeleverd. De loc hoorde van 1947 tot 1973 thuis in Paderborn, vervolgens in januari en februari 1973 gedurende 1 week in Gelsenkirchen-Bismarck en daarna van 4 februari tot 2 juni 1973 weer in Paderborn. Aansluitend werd ze ondergebracht in het bestand van Ottbergen waar ze van 3 juni 1973 tot 24 juni 1976 (datum uitdienststelling) dienst deed. Ondanks de opschriften op de huidige monumentenloc had deze machine in haar werkzame leven nooit Altenbeke als thuisbasis. Volgens de indelingsschema's waren loc's van de serie 44 alleen in de periode 1940/50 in Altenbeke gestationeerd. Dit veranderde in oktober 1977 toen de 44 389, nu in haar laatste werkzame uitvoering (periode IV met EDV-cntrolecijfer) en dus voorzien van nummer 044 389-5, alleen uiterlijk vernieuwd, met haar tender T 2'2'34 als monument voor het Egge museum in Altenbeke opgesteld werd. Tot de dag van vandaag houdt ze hier, als vertegenwoordiger van de bouwserie 44, de herinnering levend aan de inzet van de "Jumbo's" voor zware goederentreinen in het Egge gebergte tussen Ottbergen en Kassel. De locomotief werd na haar buitendienststelling in 1976 door de GDL (Gewerkschaft Deutscher Lokführer - Ortsgruppe Altenbeke) gered van de snijbrander. Ze is nog heden eigendom van de GDL. Het sprookjesachtige Weserbergland was met haar moeilijke landschapsvorm een uitdaging. Lange hellingen met steeds wisselende bochten vroegen het uiterste van de stoomlocomotieven, soms teruggedwongen tot de snelheid van een voetganger. Voor treingewichten boven de 500 ton was hiervoor maar 1 loc geschikt: De 44! Gedurende meer dan 40 jaar was haar optreden het meest indrukwekkende dat men in de stilte van dit uitgestrekte landschap kon beleven. Het ruisen van de beukenwouden werd dan van verre al overstemd door het dramatische geluid van de bergop rijdende goederentreinen waarvan het indrukwekkende geluid ontsnapte uit de schoorsteen van de locomotieven die zich maximaal inspanden. Als zich bij koud weer daarbij ook een enorme zuil van stoom ontwikkelde waar de schoorsteen als in een orkaan steeds nieuw stoomwolken in blies dan boeide het schouwspel van dit stalen monster uit de oertijd iedereen. De waarschijnlijk meest roemruchte trein die door een Jumbo door het Egge gebergte getrokken werd is de Dg 53842. Een indrukwekkende doorgaande trein met een lengte van 500 meter. Hij reed het traject Herzberg-Northeim-Kreiensen-Ottbergen-Bad Driburg- Altenbeken-Ruhrgebied. In het hellende gebied om Altenbeken zwoegden de zware goederentreinlocomotieven met hun onafzienbare slang wagons zich in marstempo naar boven. Pas in de daarachter volgende tunnel lag het hoogste punt van de helling. Dit was voor sommige spoorweg liefhebbers een welkome gelegenheid voor een zogenaamde "cylinder achtervolging". Dit wil zeggen dat men met een opnameapparaat meeliep naast de zwoegend locomotief om het trommelende geluid van de uitlaatslagen vast te leggen en voor eeuwig te bewaren (ook voor het nageslacht van spoorwegliefhebbers die dit geluid life niet meer mee kunnen maken). Pas als de loc in de reeds genoemde tunnel verdween moest de achtervolging gestaakt worden. De achtervolgers wachtten dan tot het einde van de trein voorbij kwam en stalen dan het sluitsein van de laatste wagon zodat "de loc wat minder zwaar belast werd"... Zo te zeggen een win-win situatie. De 44er had het wat minder zwaar en de liefhebbers waren een aandenken rijker. Door dit verhaal wordt het volgende gezegde begrijpelijker. Men zegt dat de middelste cylinder van een kolengestookte 44 bestaat om vier redenen: Hij maakt de loc sterk, de stoker moe, de liefhebber hebberig en de eigenaar bijna failliet. Laat u zich ook onder de indruk brengen door de geschiedenis van de Jumbo en zorg dat u de 044 389-5 aan uw verzameling toevoegt!