Stoomlocomotief serie 50

Als laatste zogenoemde standaard stoomlocomotief ontstonden vlak voor het begin van de Tweede Wereldoorlog de machines uit serie 50. Deze werden al snel de lievelingsconstructie van de Deutsche Reichsbahn, want de circa 1.600 pk sterke en 80 km/h snelle machines waren universeel inzetbaar, robuust en betrouwbaar. De DB-goederentreinen hadden in de jaren '50 een groot probleem met de zogenoemde remwagens, die de conducteur en eventueel een of meerdere rangeerders moesten vervoeren. Vanaf 1961 werden in het kader van de rationalisering en modernisering van verkeer en exploitatie de tenders van 730 locs uit serie 50 voorzien van een conducteurscabine (gesloten tender), met een brede werktafel, een tafellamp, gepolsterde klapstoel, twee noodstoelen, opklapbare waskom, plafondlamp, twee boekenplanken en stoomverwarming. Ook de vele jaren bij opstelterrein Rottweil gestationeerde en ter afsluiting nog naar Ulm overplaatste 50 1019 (vanaf 1968: 051 019) had zo'n gesloten tender en werd pas op 30 mei 1976 uit dienst genomen.

Voorbeeld: Zware goederentreinlocomotief serie 50 van de Deutsche Bundesbahn (DB) met universele tender 2´2´T26 in omgebouwde vorm als gesloten tender. Uitvoering met 3 ketelopbouwen en Witte-windleiplaten. Inzet voor zware goederentreinen. Zoals in gebruik in tijdperk III, bedrijfsnummer 50 1019.