Treinstel ICE.

Eind oktober 1998 werd in Berlijn de derde generatie ICE, de ICE 3, voor het eerst aan het publiek voorgesteld. Uitgerust met de modernste technologie zal de nieuwe ICE 3 de reistijden nog korter maken en de reizigers nog meer comfort bieden. Met de ICE is de verscheidenheid aan voertuigen op de rails van de Deutsche Bahn AG (DB AG) en de Nederlandse Spoorwegen (NS)* een markante verschijning rijker geworden. De belangrijkste technische verandering is de aandrijving. Was tot nu toe bij de ICE 1 en de ICE 2 de aandrijving in de locomotieven ondergebracht, bij de nieuwe generatie van de ICE 3 is de totale aandrijftechniek onder de rijtuigbakken geplaatst. De ICE 3 wordt in het algemeen als achtdelige eenheid ingezet en kan met een extra eenheid uitgebreid worden. Een deel van de treinen is voor het stroomsysteem van de Deutsche Bahn (DB AG) uitgevoerd en wordt als serie 403 aangeduid. Een ander deel wordt als vierstysyeemtreinen voor de grensoverschrijdende diensten in Europa voorbereid. De als serie 406 aangeduide treinstellen zijn overwegend voor internationale treinomlopen bedoeld. De interieurs vallen op door hun efficiënte en sfeervolle uitvoering. Opvallend is de passagiersruimte achter de machinist waar je door een glazen wand direct op de cockpit en het vrije traject kunt kijken. In 1999 werden de voertuigen in bedrijf genomen en in het jaar 2000 werden de eerste treinen naar de Expo in Hannover ingezet. De hoge snelheidstrein ICE-3 in de 5-delige uitvoering van de Nederlandse Spoorwegen (NS) is leverbaar onder art. nr. 88713. Door de motorisering van het Bord-Restaurant-rijtuig bij het Märklin Z model kunnen de bijzonderheden van het eindrijtuig voor het grootste deel realistisch weergegeven worden. Het model van de ICE 3 rijdt op bogen met een radius vanaf 195 mm.