Zware goederentreintenderlocomotief.

Pure kracht in dubbel ritme - De eerste in 1913 afgeleverde Beierse Gt 2 x 4/4 waren de sterkste stoomlocs in hun tijd. Het gelede type Mallet maakt ondanks een lage asdruk en voortreffelijke eigenschappen als goede loop door bogen een tot dan onbereikte trekkracht mogelijk. De machines waren in staat zware goederentreinen op de Beierse steile hellingen in de toekomst zonder voorspan te trekken. Dit maakt een duidelijk snellere en economischer treinvervoer over de moeilijke baanvakken met steile hellingen mogelijk. De bij de Gt 2 x 4/4 ingezette Mallet-constructie was op een compounddrijfwerk gebaseerd, waarbij de achterste vast in het frame gelagerde drijfwerkgroepen met hoge stoomdruk in beweging gezet worden. Na deze eerste ontspanning stroomt de stoom over een gelede stoomleiding naar de lagedrukcilinders in de zwenkbaar gelagerde voorste drijfwerkgroep. In 1922 volgde op de eerste 15 locomotieven een tweede bouwserie van nog eens 10 machines. Deze dankzij constructieve verbeteringen aan de ketel, aan de cilinders en aan de rookkamer en aanblaasinstallatie met 10 procent sterkere machines werden door de DRG als BR 96.0 overgenomen. Om de actieradius uit te breiden, kreeg deze variant voorts vergrote voorraadtanks achter de cabine. Door deze constructieve veranderingen en de uniforme zwarte DRG-kleurstelling onderscheidt de BR 96 zich optisch duidelijk van de machines van de eerste Länderbahn-bouwserie.