Stoomlocomotief serie 41 olie
Voorbeeld: Goederentrein-stoomlocomotief serie 41 met nieuwe hoogrendementketel en olietender 2´2´T34 van de Deutsche Bundesbahn (DB) in de uitvoering van tijdperk III.
De belangrijkste gegevens
| Art.nr. | 88275 |
|---|---|
| Spoor / Schaalgrootte | Z / 1:220 |
| Tijdperk | III |
| Type | Stoomlocomotieven |
Highlights
- Grotendeels nieuwe constructie.
- Onderstel en opbouw van de locomotief van metaal.
- Uiterst gedetailleerde stangen/besturing.
- Imitatie van de reminstallatie, inductieve treinzekering, baanruimer, enz.
- Klokankermotor.
- Gemonteerde ramen op de machinstencabine.
- Frontsein met warmwitte ledlampjes.
-
Product
Model: Grotendeels uiterst gedetailleerde nieuwe constructie met hoogrendementsketel (nieuwbouwketel). Metalen locomotiefopbouw met ingezette cabineruiten en correct weergegeven details (schoorsteen, machinistencabine, ventilatoren, enz.). Imitatie van de zandvalbuizen, geïmiteerde remmen, inductieve treinzekering, baanruimer enz., meer details aan het onderste gedeelte van de loc. Uiterst gedetailleerde, volledig functionerende besturing en stangen. Locomotief met klokankermotor. Alle 4 koppelassen aangedreven. Frontsein met warmwitte ledlampjes. Tender uitgerust met spaakwielen.
Lengte over de buffers ca. 112 mm. Kleinst berijdbare boogradius 195 mm.Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.
Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.
Eenmalige productie alleen voor Insider-leden.
-
Productinfo
- Reclame- en speciale producten - Folder nieuwe modellen 2020 - Totale programma 2020/2021
-
Grootbedrijf
Serie 41 In het kader van het eenheidslocprogramma van de DRG ontwikkelde de locomotiefindustrie voor snelle goederentreinen locomotief 1’D1’ van serie 41. Beide prototypes werden in 1936 door Schwartzkopff geleverd. Het onderstel was een nieuwe ontwikkeling, de ketel was dezelfde als bij de serie 03, maar bij de BR 41 werd die voor 20 bar gebouwd. De wielstelbelasting kon naar keuze op 18 ton of 20 ton worden ingesteld. Met de serie 41 ontstond voor het eerst een universeel inzetbare, multifunctionele locomotief. Na beide voorseriemachines volgden 364 serielocomotieven, die lichtjes werden verbeterd en tot 1941 door nagenoeg alle Duitse locomotieffabrieken werden geleverd. Deze locomotieven haalden 90 km/u en waren circa 1.900 pk sterk; ze werden in vrijwel alle domeinen ingezet. Na de Tweede Wereldoorlog bleven 216 locomotieven bij de DB. Al snel vormden de versleten St47K-ketels van de machines een probleem. Omdat serie 41 echter niet kon worden gemist, ontwikkelde de DB ter vervanging een volledig gelaste hoogrendementsketel met verbrandingskamer. In tegenstelling tot de voorheen gebruikte kokervormige ketel, had de nieuwe ketel een groter aantal verwarmde stralingsoppervlakken, waardoor die hoger kon worden belast. Tussen 1957 en 1961 werden in de reparatiewerf (AW) te Braunschweig 102 locomotieven uit serie 41 met deze nieuwe ketel uitgerust, waardoor het uiterlijk van de locs uit serie 41, mede doordat deze nu geen frontschort meer had, aanzienlijk veranderde. 40 van deze omgebouwde locomotieven werden bovendien met een oliestookvoorziening uitgerust. De laatste ombouwmachines op vaste brandstof werden in 1971 buiten bedrijf gesteld.
