Stroomlijn stoomlocomotief.

De wereldrecordstoomloc ... Met het snelverkeer van de dieseltreinstellen dekt de DRG slechts een klein, exclusief marktsegment in het interlokale verkeer af. De ruggengraat vormen nog steeds met locs bespannen treinen. Ze bieden veel meer capaciteit, meer plaats, comfort en service, bijvoorbeeld met restauratie- en slaaprijtuigen. Maar ook voor de treinen is meer tempo geëist. De locindustrie ontwikkelt voorstellen voor een stoomloc, die 175 km/h moet kunnen rijden. De DRG beslist voor een driecilindermachine met de asindeling 2'C2' met kolenstook. Hun buitenmaten zijn geweldig: de drijfwielen hebben een doorsnede van 2,30 m, de ketelbuizen zijn 7 m lang, het vermogen bereikt 2360 pki. Tussen Hamburg en Berlijn haalt de 05 002 bij een testrit op 11 mei 1936 met 200,4 km/h het tot op heden geldende snelheidsrecord voor stoomlocomotieven. Dat deze waarde nooit overtroffen is, bewijst de grenzen van deze techniek. De geweldige bewegende massa"s van cilinders, drijf- en koppelstangen laten hogere snelheden niet meer toe. Om de reusachtige ketel onder stoom te houden, levert de stoker topprestaties. Met hun rode stroomlijnbekledingen werken de beide in 1935 gebouwde machines futuristisch. Als statussymbool van de DRG worden ze in het snelverkeer ingezet en dragen tijdelijk de Olympische ringen.