Set rijtuigen.

Wat men ook van de Pruisische Spoorwegen zegt, ze zijn in ieder geval geen liefhebbers van overdadig comfort. Terwijl andere "Länderbahnen" al lang draaistelrijtuigen inzetten, die comfortabel zijn en een rustige loop hebben, zijn in Pruisen nog steeds de 3-assige coupérijtuigen aan de orde van de dag. Deze rijtuigen maken elke kilometer per trein tot een ware beproeving. Vooral de chassis met gelede assen stellen grenzen aan de snelheid van het sneltreinverkeer. Daarom gaan ook de Pruisen ertoe over om coupérijtuigen met draaistellen aan te schaffen. Kenmerkend voor deze rijtuigen zijn het groot aantal zijdeuren met doorlopende treeplanken, een dak met bovenlicht en een hooggeplaatst remmershuis. In het jaar 1895 begint men deze coupérijtuigen in serie aan te schaffen, wat tot 1920 zal gaan duren. In totaal worden er meer dan 3400 rijtuigen gebouwd, steeds met verschillende klassenindelingen en constructieve veranderingen. Meer dan de helft bestaat uit 3de klas rijtuigen met 9 coupés en 76 zitplaatsen op houten banken. De andere rijtuigen hebben gemengde klassen met een verschillende indeling in eerste, tweede en derde klas coupés.