T 16.1 | Spoor 1 - Art.nr. 55940

Tenderlocomotief T 16.1.

55940 – tenderlocomotief T 16.1 Voorbeeld: Tenderstoomlocomotief T 16.1 van de Preußische Staatsbahn. Bedrijfsnummer 8118, Magdeburg. De bekende Pruisische hoofd-locingenieur Robert Garbe stimuleerde in 1904 de ontwikkeling van een vijfvoudig gekoppelde tenderlocomotief, waarvan het loop- en drijfwerk voor betere rij-eigenschappen in bochten volgens het principe van Gölsdorf moesten zijn geconstrueerd. Met tot 1924 in totaal 1.236 gebouwde machines kan zijn Pruisische T 16.1 met recht een succesmodel worden genoemd. Het waren niet alleen krachtige machines voor rangeer- en goederentreindiensten, maar namen op verschillende steile trajecten ook het onrendabele tandwielbedrijf over.

Voorbeeld: Tenderstoomlocomotief T 16.1 van de Preussische Staatsbahn. Bedrijfsnummer 8118, Magdeburg.

) ? c e § h H k V W 1 Y
Tenderlocomotief T 16.1.
Tenderlocomotief T 16.1.

De belangrijkste gegevens

Art.nr. 55940
Spoor / Schaalgrootte 1 /
Tijdperk I
Type Stoomlocomotieven
Vanaf fabriek uitverkocht.
Neem contact op met uw lokale dealer
Dealer zoeken

Highlights

  • Volledig nieuw ontwikkeld.
  • Uiterst gedetailleerde, volledig metalen constructie. Onderstel, opbouw, ketel, enz. van persgietzink.
  • Rookgenerator met wielsynchrone stoomuitstoot, variabele cilinderstoom.
  • Lastgestuurd, wielsynchroon rijgeluid.
  • Rookkastdeur, zandkist en domdeksel kunnen open, met veel originele details.
  • Frontverlichting met bij het tijdperk passende lichtkleuren en warmwitte LED's.
  • Meerkleurig flikkerend licht in de vuurkist.
  • Cabineverlichting.
  • Uitgebreide geluidsfuncties
  • mfx-decoder voor gebruik met wisselstroom, gelijkstroom, Märklin Digital en DCC.
  • Aansturingsomschakeling met servomotor.
  • Telex-koppeling voor en achter.
  • Product

    Model: Nieuwe constructie, onderstel, locomotiefopbouw met ketel en sleeptender van persgietzink. Overige gemonteerde delen grotendeels van metaal. Uiterst gedetailleerd model met veel gemonteerde details en voorbeeldgetrouwe gedetailleerde machinistencabine.
    Ronde cabine zonder ventilatoropbouw, geklinknagelde waterreservoirs, kolenkast zonder opbouw gevuld met echte kolen. Rookkastdeur met centrale sluiting die open kan en labels opzij aan de rookkast, imitatie van de inrichting. Beweegbaar zandkistdeksel, waterreservoirdeksel, beweegbare cabinedeuren, veerbuffers, driepuntsfrontsein, met petroleumlampen en nog veel meer. Met digitale mfx-decoder, geregelde hoogvermogenaandrijving en geluidsgenerator met wielsynchroon rijgeluid en uitgebreide geluidsfuncties. Geschikt voor wisselstroom, gelijkstroom, Märklin Digital en DCC. Alle aandrijfassen aangedreven. Ingebouwde rookgenerator met wielsynchrone stoomuitstoot, variabele cilinderstoom en stoomfluit. Driepuntsfrontsein met bij het tijdperk passende lichtkleuren, wisselend met de rijrichting. Frontverlichting conventioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Verlichting met onderhoudsvrije warmwitte LED's. Met veerbuffers, cabine- en vuurkistverlichting resp. motorverlichting. Locmodel voor en achter met nieuw geconstrueerde en op afstand te bedienen Telex-koppeling, elk met de meegeleverde schroefkoppeling verwisselbaar. Aansturingsomschakeling (vooruit, achteruit en continugebruik) met servomotor.
    Bij het model wordt een uitrustingsset geleverd met schroefkoppelingen, stoomolie, alsmede een machinist- en een stokerfiguur. Kleinst berijdbare boogradius 1.020 mm. Lengte over de buffers 39,5 cm.

    Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.

    Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.

  • Productinfo

    - Reclame- en speciale producten - Folder nieuwe modellen 2016
  • Grootbedrijf

    De bekende Pruisische loc-afdelingschef Robert Garbe zette in 1904 de ontwikkeling van een vijfvoudig gekoppelde tenderloc in gang. Het loopwerk en de aandrijving moesten volgens het principe van Gölsdorf worden gebouwd om een beter bochtengedrag te realiseren. Hierbij werden de eerste, derde en vijfde gekoppelde as met zijwaartse speling gelagerd en vond de aandrijving op de vierde gekoppelde as plaats. Al in 1905 leverde de Berliner Maschinenbau AG (BMAG, voorheen Schwartzkopff) twee prototypen volgens dit principe. Al snel werden meer machines van het nieuwe type T 16 in bedrijf genomen. Op grond van de niet geheel tevredenstellende rijeigenschappen werd vanaf bouwjaar 1910 de aandrijving verplaatst van de vierde op de nu vast gelagerde derde gekoppelde as. In 1913 kwam het tot verregaande veranderingen met de inbouw van een oververhitter, een stoomverdeling met Kuhnscher Schleife in plaats van de hangstaaf-verdeling en een voorwarmer van voedingswater door uitlaatstoom, die eerst in de lengte op en later naast de ketel werd geplaatst. Met deze "versterkte" T 16 was de overgang tot T 16.1 voltooid. De T 16.1 werd nog tot in 1924, dus nog in het tijdperk van de DRG aangekocht. In totaal werden er 1236 machines voor Pruisen en de DRG gebouwd en vanaf 1921 waren naast BMAG ook Hanomag, Henschel en Linke-Hofmann bij de productie betrokken. Grafenstaden leverde in 1915 nog zes T 16.1 voor Elzas-Lotharingen. Reparaties na afloop van de Eerste Wereldoorlog decimeerde het bestand en zo kon de DRG de nog aanwezige T 16.1 in 94 502-1380 en 94 1501-1740 omnummeren. De T 16.1 waren niet alleen krachtige machines voor de rangeer- en goederendienst. De DRG rustte vanaf de jaren 1920 een aantal van de T 16.1 uit met een Riggenbach-tegendrukrem. Deze kwamen deels in Thüringen en deels in et westen en zuiden van Duitsland terecht en losten daar het tandradbedrijf af. Na de Tweede Wereldoorlog vonden talloze machines een nieuw thuis in Polen, Oostenrijk, Joegoslavië, Hongarije, Tsjecho-Slowakije en de USSR. Het merendeel van de 94 bleef echter in de westelijke zones. Na de buitendienststelling van de machines die in de oorlog beschadigd waren, bezat de DB in 1950 nog 679 T 16.1, terwijl bij de DR aan het einde van de oorlog nog 249 van deze locs in de boeken stonden. Voor beide Duitse spoorwegondernemingen bleven de 94 nog decennialang onmisbaar op grote rangeerstations en zo kregen veel machines zelfs nog een rangeerradio. Bij de DB kregen 140 locs in 1968 nog de EDV-serieaanduiding 094. De laatste vijfvoudig gekoppelde locs werden pas verdrongen door de geforceerde uitlevering van de zware rangeerlocs van de series 290/291. In december 1974 verliet de laatste T 16.1 de dienst. Bij de DR werd niet veel langer gebruik gemaakt van de T 16.1. De laatste exemplaren werden in 1975 buiten dienst gesteld. Minstens twaalf T 16.1 wisten aan de snijbrander te ontsnappen. De 94 1292 bij de Rennsteigbahn en de 94 1538, die jarenlang in Gönnern als monument dienst deed, maken de beste kans hun bedrijfsvaardigheid te behouden.

  • Digitale functies

    Control Unit Mobile Station Mobile Station 2 Central Station 1/2 Central Station 3/2*
    Mobile Station 2**
    Frontsein
    Rookgarnituur
    Rijgeluid stoomloc
    Locfluit
    Cabineverlichting
    Telex-Koppeling voor
    Bezanden
    Telex-koppeling achter
    Directe regeling
    Piepen van remmen uit
    Kolen scheppen
    Bel
    Waterpomp
    Luchtpomp
    Injecteur
    Stoom afblazen

    * Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2

    **Neue Möglichkeiten und Ausstattungsmerkmale der Mobile Station 2 (Art.-Nr. 60657/66955) mit dem Software Update 3.55

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 15 jaar