BR 41 Öl | Spoor 1 - Art.nr. 55414

Sleeptender-locomotief

Oliegestookt
De klassieker onder de goederentreinen in de uitvoering met olietender: 40 machines uit de legendarische serie 41 werden door de Deutsche Bundesbahn voorzien van oliestook. Ook dit model is uiterst gedetailleerd, volledig van metaal vervaardigd en voorzien van alle wezenlijke onderdelen, zoals onderstel, opbouw en ketel van persgietzink. Een lust voor het oog - tijdperk III in zijn puurste vorm.

Voorbeeld: Stoomlocomotief met sleeptender BR 41 met nieuwe hoogrendementsketel en 2´2´T34 olietender van de Deutsche Bundesbahn (DB) in de uitvoering van tijdperk III.

) c e § h H k V W 3 Y
Sleeptender-locomotief
Sleeptender-locomotief
Sleeptender-locomotief
Sleeptender-locomotief
Sleeptender-locomotief
Sleeptender-locomotief
Sleeptender-locomotief
Sleeptender-locomotief

De belangrijkste gegevens

Art.nr. 55414
Spoor / Schaalgrootte 1 /
Tijdperk III
Type Stoomlocomotieven
Vanaf fabriek uitverkocht.
Neem contact op met uw lokale dealer
Dealer zoeken

Highlights

  • Volledig nieuw ontwikkeld.
  • Uiterst gedetailleerde, volledig metalen constructie. Onderstel, opbouw, ketel, enz. van persgietzink.
  • Rookgenerator met wielsynchrone stoomuitstoot, cilinderstoom en stoomfluit.
  • Lastgestuurd, wielsynchroon rijgeluid.
  • Rookkastdeur en domdeksel kunnen open, met veel originele details.
  • Frontverlichting met bij het tijdperk passende lichtkleuren en warmwitte LED's.
  • Onderstelverlichting.
  • Cabineverlichting.
  • mfx-decoder voor gebruik met wisselstroom, gelijkstroom, Märklin Digital en DCC.
  • Aansturingsomschakeling (vooruit, achteruit, continugebruik) in 3 fasen met servomotor.
  • Tender met op afstand te bedienen Telex-koppeling.
  • Product

    Model: Compleet nieuwe constructie, onderstel, locomotiefopbouw met ketel en sleeptender van persgietzink. Overige gemonteerde delen grotendeels van metaal. Uiterst gedetailleerd model met veel gemonteerde details en voorbeeldgetrouwe gedetailleerde machinistencabine. Schoorsteenverhoging, rookkastdeur zonder centrale vergrendeling, kan open. Inductieve magneet aan één zijde, bewegend tenderkastdeksel, bewegende cabinedeuren, waarschuwingsverf op de bufferschijf en nog veel meer. Met digitale mfx-decoder, geregelde hoogvermogenaandrijving en geluidsgenerator met wielsynchroon rijgeluid en uitgebreide geluidsfuncties. Gebruik naar keuze met wisselstroom, gelijkstroom, Märklin Digital en DCC mogelijk. Alle aandrijfassen aangedreven. Ingebouwde rookgenerator met wielsynchrone stoomuitstoot, cilinderstoom en stoomfluit. Driepuntsfrontsein met bij het tijdperk passende lichtkleuren, wisselend met de rijrichting. Frontverlichting conventioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Verlichting met onderhoudsvrije warmwitte LED's. Met veerbuffers, cabine- en vuurkistverlichting resp. motorverlichting. Locmodel voor met schroefkoppeling, achter met nieuw gebouwde en op afstand te bedienen Telex-koppeling, elk met het andere koppelingstype verwisselbaar. Aansturingsomschakeling tussen vooruit, achteruit en continugebruik.
    Bij het model wordt een uitrustingsset geleverd met schroef- en klauwkoppeling, stoomolie en een machinist- en een stokerfiguur, evenals een tweede set met locomotiefdeuren voor een probleemloze rijfunctie en vitrinepresentatie. Kleinst berijdbare boogradius 1.020 mm. Lengte over de buffers 74,7 cm. Gewicht ca. 7,6 kg

    Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.

    Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.

  • Productinfo

    - Zomernieuws 2015 - Herfstnieuws 2015 - Totale programma 2015/2016 - Folder nieuwe modellen 2016 - Totale programma 2016/2017
  • Grootbedrijf

    In het kader van het eenheidslocprogramma van de DRG ontwikkelde de locomotiefindustrie de 1’D1’-locomotief van de serie 41 voor snelle goederentreinen. Beide prototypes werden in 1936 door Schwartzkopff geleverd. Het onderstel was een nieuwe ontwikkeling, de ketel was dezelfde als bij de serie 03, maar bij de BR 41 werd die voor 20 bar gebouwd. De wielstelbelasting kon naar keuze op 18 ton of 20 ton worden ingesteld. Met de serie 41 ontstond voor het eerst een universeel inzetbare, multifunctionele locomotief. Na beide voorseriemachines volgden 364 serielocomotieven, die lichtjes werden verbeterd en tot 1941 door nagenoeg alle Duitse locomotieffabrieken werden geleverd. Deze locomotieven haalden 90 km/u en waren circa 1.900 pk sterk; ze werden in vrijwel alle domeinen ingezet. Net als bij de serie 01.10, 03.10 en 45 begon de St47K-ketel van de BR 41 al na enkele jaren vermoeidheidsverschijnselen te vertonen, wat leidde tot barsten aan de lasnaden in de buurt van de buitenvuurkist en zodoende tot lekken. Dit gebrek deed zich vooral voor bij machines die door Krauss-Maffei waren gebouwd, maar ook locomotieven van andere fabrikanten waren betrokken. Eind augustus 1941 bepaalde de RZA (Reichsbahn-Zentralamt) daarom dat de keteldruk van 20 naar 16 bar moest dalen. Hoewel de prestaties van de machine nu wel wat afnamen, liet deze maatregel toe om schade aan de ketel gedurende de volgende jaren onder controle te houden. Tussen 1943 en 1944 kregen 40 locomotieven een vervangketel uit staal St34. Na de Tweede Wereldoorlog bleven 216 locomotieven bij de DB en 116 bij de DR. Omdat beide staatsspoorwegen niet op de serie 41 konden rekenen, werden vele machines met een nieuwe ketel uitgerust. Ter vervanging van de versleten St47K-ketel ontwikkelde de DB een volledig gelaste hoogrendementsketel met verbrandingskamer. In tegenstelling tot de voorheen gebruikte kokervormige ketel, had de nieuwe ketel een groter aantal verwarmde stralingsoppervlakken, waardoor die hoger kon worden belast. Tussen 1957 en 1961 kregen 102 locomotieven van de serie 41 deze nieuwe ketel in de reparatiewerf (AW) Braunschweig, waardoor het uitzicht van de 41 duidelijk veranderde gezien het frontschort nu was verdwenen. 40 van deze omgebouwde locomotieven werden bovendien met een oliestookvoorziening uitgerust. De niet-omgebouwde machines werden grotendeels in de jaren 60 buiten bedrijf gesteld, tot 1971 volgden de ombouwmachines op vaste brandstof, die vanaf 1968 als 041 werden aangeduid. De oliegestookte 41 (vanaf 1968: 02) bleef daarentegen tot het einde van de stoomtractie in 1977 bij de DB ingezet bij het spoorbedrijfdepot Rheine. 13 oliegestookte machines bleven behouden, maar van de met kolen gestookte locomotieven met of zonder nieuwbouwketel bleef geen enkele behouden. Momenteel zijn de 41 018 (Augsburg), 096 (Klein Mahner) en 360 (Oberhausen) nog steeds bedrijfsklaar.

  • Digitale functies

    Control Unit Mobile Station Mobile Station 2 Central Station 1/2 Central Station 3/2*
    Mobile Station 2**
    Frontsein
    Rookgarnituur
    Rijgeluid stoomloc
    Locfluit
    Telex-koppeling achter
    Cabineverlichting
    Drijfwerkverlichting
    Rangeerfluit
    Directe regeling
    Piepen van remmen uit
    Bedrijfsgeluid
    Bel
    Luchtpers
    Generatorgeluid
    Waterpomp
    Stoom afblazen

    * Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2

    **Neue Möglichkeiten und Ausstattungsmerkmale der Mobile Station 2 (Art.-Nr. 60657/66955) mit dem Software Update 3.55

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 15 jaar