BR 220 DB | Spoor 1 - Art.nr. 55025

Sneltrein.

Voorbeeld: Diesellocomotief serie 220 (V 200.0) met 4 sneltreinrijtuigen type UIC-x van de Deutsche Bundesbahn (DB) in "Pop-kleuren". 1 rijtuig Aüm 203, 1ste klasse (oranje). 1 rijtuig Büm 232, 2de klasse (groen). 1 rijtuig Büm 234, 2de klasse (blauw). 1 rijtuig BDüms 273, 2de klasse met bagagecoupé (blauw).

/ c d h N k j V W 4
Sneltrein.
Sneltrein.

De belangrijkste gegevens

Art.nr. 55025
Spoor / Schaalgrootte 1 /
Tijdperk IV
Type Treinsets
Vanaf fabriek uitverkocht.
Neem contact op met uw lokale dealer
Dealer zoeken
  • Product

    Model: Zware multifunctionele locomotief met diepliggend zwaartepunt. Een van de krachtigste Märklin-1-locomotieven. Alle assen over cardans aangedreven met
    1 centrale en 4 verdeleroverbrengingen. 2 antislipbanden. Hoogvermogen-elektronica om naar keuze met gelijkstroom, wisselstroom of Märklin Digital en Delta te rijden. Frontsein en cabineverlichting traditioneel (en bij Delta) in bedrijf, digitaal schakelbaar. Dieselloc rijgeluiden met starter, stationair, 1 of 2 motoren en tyfoon met Control Unit 6021 of Mobile Staion 60651 digitaal schakelbaar. Figuur van machinist in de voorste cabine. 4-assig sneltreinrijtuig in de trein afzonderlijk niet verkrijgbaar. Alle rijtuigen met ingebouwde interieurverlichting. Schakeldecoder 60960 naderhand in te bouwen. Schaargeleiding van de koppelingen voor korte rijtuigafstand. Berijdbare minimumboogstraal 1020 mm. Treinlengte over buffers 359,0 cm.

    Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.

    Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.

    Eenmalige serie naar aanleiding van de Olympische Spelen 2004.

  • Productinfo

    - Folder nieuwe modellen 2004 - Totale programma 2005 - Totale programma 2006
  • Grootbedrijf

    In de jaren zestig begint de maatschappij van de Bondsrepubliek Duitsland zich langzaam te openen. De jeugdrevolte breekt politieke verstarde conventies open. Beeldende kunstenaars rebelleren met de Pop-Art tegen overgeleverde visies De bevleugelde en gemakkelijk verteerbare kunstvorm kan in alle terreinen van het leven doordringen. Zo viel ook de architectuur van de glazen tent voor het Olympiapark in München - ontworpen door de architect Benisch - ongedwongen en luchtig uit. De graficus Otl Aicher schiep voor de Olympische Spelen van 1972 een visueel concept, onder andere met kleuren uit de pasteltinten van de regenboog. Ook het spoor volgde deze trend. Het sombere donkergroen van de reizigersrijtuigen drukte zwaar op het gemoed. Naar het voorbeeld van de speciale kleurstelling van de Rheingold, zocht men voor de sneltreinen naar frisse, dynamische kleuren, die de verschijningsvorm van het spoor positief moesten beïnvloeden. In 1970 gaf de Deutsche Bundesbahn de opdracht om 16 sneltreinrijtuigen in de kleurencombinatie kobaltblauw/kiezelgrijs te bouwen. Een tweede serie van 24 rijtuigen zou de kleuren chroomoxidegroen/ kiezelgrijs krijgen, maar dit idee werd intern en bij de reizigers niet erg enthousiast opgenomen. Alleen het kiezelgrijs van de zijwanden was overtuigend, voor de vensterbanden wenste men lichtere, vriendelijkere kleuren. In een tweede poging ontstonden intern rijtuigen met bloedoranje, kobaltblauwe, blauwlila, purperrode, roodviolette en groene vensterbanden. De zijwanden waren kiezelgrijs, de langsdragers en de onderstellen diepzwart, de daken ombergrijs. De 1ste klasse rijtuigen zijn door een goudgele streep gekenmerkt. Vervolgens werd een deel van de in 1970/71 geleverde zitrijtuigen geschilderd: 1ste klasse en 1ste/2de klasse in oranje, 2de klasse-zitrijtuigen en 2de klasse met bagagecoupé in blauw, restauratie- en slaaprijtuigen en halfrestauratierijtuigen in rood en de bagagewagens in groen. De ongebruikelijke kleurenpracht leidde tot de bijnaam Pop-rijtuigen. In totaal kregen 146 rijtuigen een Pop-uiterlijk. De DB stuurde meestal kleurzuivere treinen van Bremen, Osnabrück, Norddeich en Dortmund naar München. Bovendien reden Pop-treinen op het traject Basel - Hamburg, later ook DC-treinen. De door de Pop-kleuren gesloten werkende vensterband gaf de rijtuigen een gestrekt en modern aanzien. Dit idee werd door andere spoorwegen gekopieerd. De kiezelgrijze zijwanden bleken echter zeer snel vuil te worden. Daarom koos de DB in 1974 oceaanblauw/beige als nieuwe eenheidskleuren. De laatste Pop-rijtuigen waren in 1985 in München ondergebracht. Korte tijd daarna keerde het spoor met haar nieuwe kleurenconcept voor rijzigersrijtuigen naar de wezenlijke designelementen van de Pop-rijtuigen terug.

  • Digitale functies

    Control Unit Mobile Station Mobile Station 2 Central Station 1/2 Central Station 3/2*
    Mobile Station 2**
    Frontsein
    Cabineverlichting
    Rijgeluid dieselloc
    Tyfoon
    Rijgeluid dieselloc

    * Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2

    **Neue Möglichkeiten und Ausstattungsmerkmale der Mobile Station 2 (Art.-Nr. 60657/66955) mit dem Software Update 3.55

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 3 jaar