BR E 10.3 DB | Spoor H0 - Art.nr. 39120

Elektrische locomotief.

Voorbeeld: Serie E 10.3 van de Deutsche Bundesbahn (DB). Asindeling Bo´Bo´. Bedrijfstoestand voor tijdperk III rond 1965 met "strijkijzer"-front, doorgaande ventilatorbanden, rondlopende regengoot en aërodynamische bufferbekleding en frontschorten.

) X e h i T 3
Elektrische locomotief.
Elektrische locomotief.

De belangrijkste gegevens

Art.nr. 39120
Spoor / Schaalgrootte H0 / 1:87
Tijdperk III
Type Elektrische locomotieven
Vanaf fabriek uitverkocht.
Neem contact op met uw lokale dealer
Dealer zoeken
  • Product

    Model: Met mfx-decoder mfx, hoogvermogenaandrijving Softdrive en geluidsgenerator. Onderhoudsarme motor in compacte constructie centraal ingebouwd. 4 assen over cardan aangedreven. Antislipbanden. Ingezette handrails van metaal. Cabine-interieur. Gemonteerde dakloopplanken. Driepuntsfrontsein en 2 rode sluitseinen wisselen met de rijrichting met onderhoudsarme LED's, traditioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Lengte over buffers 18,9 cm.

    Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.

    Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.

  • Productinfo

    - Totale programma 2006 - Folder nieuwe modellen 2006 - Totale programma 2007/2008 - Totale programma 2008/2009 - Totale programma 2009/2010
  • Grootbedrijf

    Van nieuwbouw tot klassieker met lange adem. De elektrische locomotieven van de series E 10 (vanaf 1953) en E 10.1 (vanaf 1956) die door de jonge Deutsche Bundesbahn in dienst gesteld waren, hadden zich snel als buitengewoon veelzijdig bruikbare en hoogst betrouwbare nieuwbouwmachines bewezen. Ondertussen was men vanaf 1963 van plan de snelheden van de sneltreinen naar 160 km/h te verhogen, waarvoor de beide bestaande E 10-series met hun maximumsnelheid van 130 resp. 150 km/h niet voldoende waren. Zo ontwikkelde men de serie E 10.3, waarvan de constructie weliswaar in hoge mate op reeds beproefde elementen steunde, maar behalve een hoger ingestelde overbrenging en optimaliseringen aan het loopwerk kregen ze ook een aërodynamisch gunstiger opbouw met het typische "strijkijzer"-front, aërodynamisch beklede buffers en doorgaande frontschorten als bufferbalkbekleding. Daarnaast werd ook nog de aan de beide flanken doorgaande straalventilatorband tot de karakteristieke kenmerken gerekend, die deze locomotieven in combinatie met een kobaltblauwe kleurstelling een gedegen en tegelijk elegante verschijning verleenden. In deze vorm was de E 10.3 vanaf 1963/64 al snel bij voorkeur de trekkracht voor sneltreingarnituren in het hoogwaardige interlokale verkeer op geëlektrificeerde trajecten. De tot op heden ingezette machines voldeden met hun grote inzetbaarheid, beschikbaarheid en buitengewoon duurzame constructie uitstekend. Zo dienden de ervaringen die bij deze serie opgedaan werden, ook als basis voor de constructie van de nog sterkere elektrische sneltreinlocomotieven van de serie E 03.

  • Digitale functies

    Control Unit Mobile Station Mobile Station 2 Central Station 1/2 Central Station 3/2*
    Mobile Station 2**
    Frontsein
    Stationsmededeling
    Locfluit
    Directe regeling

    * Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2

    **Neue Möglichkeiten und Ausstattungsmerkmale der Mobile Station 2 (Art.-Nr. 60657/66955) mit dem Software Update 3.55

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 3 jaar