Dieseltreinstel.

Vroegere Bundesbahn-paradetrein en het wonder van Bern. De eerste vijf garnituren van de sneltreinstellen VT 08 stonden de Deutsche Bundesbahn al tijdens de zomerdienstregeling van 1952 ter beschikking. De overwegingen voor de nieuwe ontwikkeling van dieseltractievoertuigen met hydraulische krachtoverbrenging reikten al tot de stichting van de Bundesbahn terug. Zo ontstonden tot 1953 voor het hoogwaardige langeafstandssnelverkeer in het kader van het nieuwbouwprogramma 13 driedelige treinen van de eerste serie. In een tweede serie kwamen er tot 1954 nog zes machinewagens met een inrichting voor restauratierijtuig en zeven middenrijtuigen bij. Deze eenheden dienden voornamelijk voor de verlenging van de bestaande treinen tot vier- en vijfdelige samenstellingen met motordelen aan beide einden. De moderne en comfortabele VT 08 was het reclamebord van de jonge Bundesbahn en mocht zich bij de reizigers in een grote populariteit verheugen. De glad afgeronde vorm van de treineinden leidde snel tot de bijnaam "Eierkoppen". De luxueuze treinen bedienden lange omlopen met klinkende namen als "Rheinblitz", "Münchner Kindl", "Roland", "Schauinsland" of "Saphir". Bovendien waren de snelle treinen echter ook op buitenlandse routes onderweg zoals "Paris-Ruhr" (Dortmund-Parijs) en "Helvetia" (Hamburg-Zürich). De bloeitijd van de VT 08 duurde tot in de jaren zestig. Na elektrificatie van veel hoofdlijnen waren de VT 08 dan ook gedeeltelijk nog in de TEE ingezet. Later werden de voertuigen op de eenvoudiger sneltreinstandaard omgebouwd.