Voorbeeld: Goederentrein-stoomlocomotief serie 41 met getrokken tender en kolenstookinrichting van de Deutsche Bundesbahn (DB). Ombouwversie met nieuwbouw-hoogvermogenketel, kolentender 2´2´T34, Witte-windleiplaten, DB-reflexglaslampen, eenzijdige automatische treinstopinrichting en bufferschijf met waarschuwingskleur. Bedrijfsnummer 41.069. Bedrijfstoestand ca. 1960.
Art.nr. | 37922 |
---|---|
Spoor / Schaalgrootte | H0 / 1:87 |
Tijdperk | III |
Type | Stoomlocomotieven |
Model: Met Digital-decoder mfx en uitgebreide geluidsfuncties. Geregelde hoogvermogenmotor met klokanker en vliegwiel in de ketel. 4 assen aangedreven. Antislipbanden. Locomotief en tender voornamelijk van metaal. Ingericht voor rookgarnituur 7226. Driepuntsfrontsein wisselt met de rijrichting en naderhand in te bouwen rookgarnituur traditioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Verlichting met onderhoudsarme warmwitte LED’s. Kortkoppeling met mechaniek tussen loc en tender, verstelbaar op basis van de railradius. Achter aan de tender en voor aan de loc door mechaniek geleide kortkoppeling met NEM-schacht. Berijdbare minimumboogstraal 360 mm. Zuigerstangbeschermhulzen en remslangen meegeleverd.
Lengte over buffers 27,5 cm.
Een bijpassende set autotransportwagens voor deze goederentrein-stoomlocomotief is opgenomen onder artikelnummer 45098.
Dit model is als gelijkstroomuitvoering opgenomen in het Trix H0-assortiment onder artikelnummer 22928.
Find more Märklin explanation videos on our YouTube Channel
Spare parts for our articles can be found here in our spare parts search.
Eenmalige serie.
Serie 41 In het kader van het eenheidslocprogramma van de DRG ontwikkelde de locomotiefindustrie de 1’D1’-locomotief van de serie 41 voor snelle goederentreinen. De twee prototypemachines werden in 1936 door Schwartzkopff geleverd. Het onderstel was een nieuwe ontwikkeling, de ketel was dezelfde als die van de serie 03, al werd hij voor de BR 41 voor 20 bar ontworpen. De belasting per as kon naar keuze op 18 of 20 ton worden ingesteld. Met de serie 41 ontstond voor het eerst een universeel inzetbare multifunctionele locomotief. De twee prototypemachines werden gevolgd door 364 serielocomotieven, die op een paar punten verbeterd waren en tot 1941 door vrijwel alle Duitse locomotiefbouwers werden geleverd. De locomotieven die een snelheid van 90 km per uur haalden en een vermogen van ongeveer 1.900 pk bezaten, werden op vrijwel alle gebieden ingezet. Na de Tweede Wereldoorlog gingen er 216 locs naar de DB. De versleten St47K-ketels van de machines, bleken al snel een probleem te vormen. Omdat de serie 41 echter niet kon worden gemist, ontwikkelde de DB als vervanging een volledig gelaste hoogvermogenketel met verbrandingskamer. Het hoogwaardig stralingsverwarmingsoppervlak van deze ketel was groter dan dat van de tot dan gebruikelijke cilindrische ketels, waardoor hij hoger belast kon worden. Tussen 1957 en 1961 kregen 102 locs van de serie 41 deze nieuwe ketel in hoofdwerkplaats Braunschweig. Doordat ook het frontschort van de machine werd verwijderd, kreeg de 41 een opvallend nieuw uiterlijk. 40 van deze ombouwlocs werden bovendien van een oliestookinrichting voorzien. De laatste kolegestookte ombouwmachines verlieten de dienst in 1971.
Control Unit | Mobile Station | Mobile Station 2 | Central Station 1/2 | Central
Station 3/2* Mobile Station 2** |
|
---|---|---|---|---|---|
Frontsein | |||||
Contact rookgarnituur | |||||
Rijgeluid stoomloc | |||||
Locfluit | |||||
Directe regeling | |||||
Piepen van remmen uit | |||||
Luchtpomp | |||||
Rangeerfluit | |||||
Stoom afblazen | |||||
Kolen scheppen | |||||
Schudrooster |
* Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2
** New features of the Mobile Station 2 (Part No. 60657/66955) with the Software Update 3.55