Diesellocomotief.

Voor de zware rangeerdienst was de V 100 te licht. Daarom gaf de Bundesbahn aan de firma Maschinenbau Kiel (MaK) de opdracht voor een nieuwe serie. De V 90 - vanaf 1968 als serie 290 gekenmerkt - moest naar het voorbeeld van de multifunctionele locomotief V 100 gebouwd worden. Dat was aan de buitenkant niet zo duidelijk te zien: de V 90 viel veel hoekiger uit dan de V 100. Aan de binnenkant liet de Bundesbahn echter bouwdelen installeren, die in de praktijk hun waarde bewezen hadden, zoals bijvoorbeeld de in V 100.20 (212) werkende tractiediesel en een vrijwel gelijksoortige cardanoverbrenging. Op 4 augustus 1968 nam de Bundesbahn de V 90 001 in bedrijf. 20 Voorserie locomotieven bewezen tijdens het alledaagse rangeren de kwaliteit van de constructie. De serie-uitvoering vertoonde maar weinig typewijzigingen. Tot 4 september 1974 kreeg de Bundesbahn in totaal 387 seriemachines van de firma´s MaK, Deutz en Henschel. De aankoop stopte geleidelijk, omdat met de serie 291 een sterkere variant klaar stond. Bij de 290 999 gaat het om een aan de Bundesbahn verhuurde militaire loc. In 1990 kocht de Bundesbahn de loc en gaf haar het nummer 290 408. Tot op heden werken de machines op alle grotere rangeerstations en worden bovendien ingezet bij de overgave van goederen. Ze hebben echter niet meer hun oorspronkelijke nummer. Na de inbouw van de radiografische afstandsbesturing kregen ze het nummer 294.