Hogesnelheid TGV POS

Voor het hogesnelheidsverkeer tussen Parijs, oost-Frankrijk (Straatsburg) en zuid-Duitsland schafte de Franse spoorwegmaatschappij SNCF de train à Grande Vitesse Parijs - Oost Frankrijk - Zuidwest-Duitsland (TGV POS) aan. Het kernstuk van de TGV POS is eerst de nieuwbouw van het hogesnelheidstraject dat Straatsburg beter met Parijs moet verbinden. Een reisduur van vier uur was gewoon niet langer acceptabel met de concurrentie van het autoverkeer. Het nieuwe traject met een maximale snelheid van 350 km/u moest zo'n 430 km lang worden en aansluiting bieden naar Nancy, Reims, Luxemburg en Bazel. De treinen van de TGV Est moeten met een snelheid van 350 km/u rijden. Op 9 mei 2000 sloten de DB AG en de SNCF een overeenkomst op het punt van grensoverschrijdende treinen, routes en seinen. Als gevolg van de krappe planning en een paar onderlinge verschillen kwam er geen gemeenschappelijke hogesnelheidstrein. In plaats daarvan zou een gemengd bedrijf plaatsvinden van ICE en TGV. Beide treinen moesten dan in het buurland de nodige testritten uitvoeren om een bedrijfsvergunning te verkrijgen. De TGV POS is niet een volledig nieuw ontwikkelde treingeneratie. Het gaat bij de TGV POS meer om een mix van nieuwe motorwagens en tussenwagens van de TGV Réseau. De nieuwe motorwagens komen mechanisch grotendeels overeen met die van de TGV Thalys PBKA (Parijs - Brussel - Keulen/Amsterdam). De elektrische installatie voor drie stroomsystemen (25 kV/50 Hz en 1,5 kV= in Frankrijk, 15 kV/16⅔ Hz in Duitsland en Zwitserland) is voor het eerst uitgevoerd in een asynchroontechniek met door TGBT-gestuurde draaistroom-asynchroonmotoren. Op het dak staan twee stroomafnemers. De ene, met een 1650 mm brede schuit, wordt gebruikt voor 25 kV/50 Hz in Frankrijk en Zwitserland, de andere met een 1960 mm. brede schuit en gemetalliseerde koolslijpstukken wordt in Duitsland gebruikt. In Frankrijk moeten onder 1.500 V gelijkspanning vanwege de krachtige stroom de 1950 mm brede stroomafnemers van beide motorwagens omhoog staan. De tussenwagens zijn afkomstig van TGV Réseau. Overigens zijn ze in de werkplaats Bischheim uitgebreid gemoderniseerd en technisch op de nieuwste stand gebracht, en verschillen ze daardoor duidelijk van de andere TGV-generaties. Een treinstel bestaat uit twee motorwagens en acht tussenwagens. De tussenwagens zijn met Jakobs-draaistellen met elkaar verbonden en vormen daardoor een bedrijfseenheid. Vijf tussenwagens (een met bar) zijn bedoeld voor de reizigers 2e klasse en drie tussenwagens voor de 1e klasse. In totaal kan de 200 meter lange TGV POS 360 reizigers vervoeren. Tot nog toe zijn 19 eenheden aangeschaft met de nummers 4401 tot 4419, waarbij eenheid 4406 intussen aan de SBB is verkocht. In Frankrijk mogen ze op het hogesnelheidstraject met hun maximale snelheid van 320 km/u rijden in Duitsland is op de snelle trajecten maximaal 250 km/u toegestaan. Een bijzonderheid is de TGV 4402. Zijn motorwagens vestigden met drie gemodificeerde tussenwagens als wereldrecordtrein V150 op de middag van 3 april 2007 op de LGV Est een nieuw en ongelofelijk wereldsnelheidsrecord voor railvoertuigen. In 13 minuten bereikte de eenheid een snelheid van 574,8 km.