Reihe 1018.0, ÖBB | Spoor H0 - Art.nr. 37683

Elektrische locomotief.

Voorbeeld: Elektrische locomotief serie 1018.0 van de Österreichische Bundesbahnen (ÖBB) in zogenaamde bloedsinaasappelkleurige "Jaffa"-uitvoering. Ombouwversie overeenkomstig de ÖBB-standaardisatie van deze serie vanaf 1966. Bedrijfstoestand ca. 1984.

) c e h O i T 4
Elektrische locomotief.
Elektrische locomotief.

De belangrijkste gegevens

Art.nr. 37683
Spoor / Schaalgrootte H0 / 1:87
Tijdperk IV
Type Elektrische locomotieven
Vanaf fabriek uitverkocht.
Neem contact op met uw lokale dealer
Dealer zoeken

Highlights

  • ÖBB-ombouwversie als gedeeltelijk nieuwe constructie.
  • Zeer gedetailleerd metalen huis.
  • mfx-decoder met locfluit.
  • Verlichting met warmwitte en rode LED's.
  • Product

    Model: Met Digital-decoder mfx en schakelbare locfluit. Geregelde hoogvermogenaandrijving. 2 assen aangedreven. Antislipbanden. Driepuntsfrontsein wisselt met de rijrichting en 1 rood sluitsein traditioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Frontverlichting met zogenaamde "ogen op steeltjes". Verlichting met onderhoudsarme warmwitte LED’s. Cabine en machineruimte met interieurverlichting. Huis met talrijke gemonteerde details. Voorbeeldgetrouwe schaarstroomafnemers. Fijn gedetailleerd onderstel met voorbeeldgetrouwe reproductie van de drijfwielen. Buffers van metaal, afzonderlijk gemonteerd, in gewelfde en vlakke uitvoering.
    Lengte over buffers 19,5 cm.

    De serie 1018.0 is de passende locomotief bij de eveneens in 2011 verschijnende set reizigersrijtuigen 43205.

    Dit model is als gelijkstroomuitvoering opgenomen in het Trix H0-assortiment onder artikelnummer 22683.

    Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.

    Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.

  • Productinfo

    - Folder nieuwe modellen 2011 - Totale programma 2011/2012
  • Grootbedrijf

    ÖBB 1018 Halverwege de jaren 1930 ontstonden in Oostenrijk de eerste concrete plannen voor de elektrificatie van de Westbahn van Salzburg naar Wenen. Met het oog hierop gaven de toenmalige Oostenrijkse Staatsspoorwegen BBÖ de locbouwindustrie een opdracht voor de ontwikkelingen van een locomotief met een vermogen van 3.500 tot 4.000 pk en een snelheid van 120 km per uur. De in 1935 door de industrie gepresenteerde ontwerpen liepen zeer uiteen en waren op allerlei verschillende technieken gebaseerd, maar desondanks was er niet één die tot tevredenheid stemde. Een blik over het hek van de Duitse buren leverde een oplossing in de vorm van de beproefde Duitse E 18. Er werd een overeenkomst gesloten voor levering van acht locomotieven vanaf de zomer van 1939. Het mechanische deel zou zoveel mogelijk van de E 18 worden overgenomen, terwijl de elektrische uitrusting aan de Oostenrijkse omstandigheden zou worden aangepast. Zo moest de loc het hoogste vermogen bij een snelheid van 90 tot 100 km per uur leveren, waarbij een maximumsnelheid van 130 km per uur paste. De overname van de BBÖ als gevolg van de annexatie van Oostenrijk in maart 1938 vertraagde de bouw, omdat de Reichsbahn de plannen nu weer zo veel mogelijk aan de Duitse E 18 wilde aanpassen. De al in productie genomen tractiemotoren en transformatoren bleven als enige Oostenrijkse elementen over. De acht machines van de nu met E 18.2 aangeduide serie werden uiteindelijk tussen februari en augustus 1940 aan de Reichsbahn overgedragen. De zeven machines die na afloop van de Tweede Wereldoorlog waren overgebleven, kwamen in het bestand van de Österreichische Bundesbahnen (ÖBB) terecht en reden vanaf 1953 onder de bedrijfsnummers 1018.01-05, 07, en 08. Ze waren met hun 5.160 pk tot het verschijnen van de ÖBB-serie 1010 de krachtigste sneltreinlocomotieven van Oostenrijk en overtroffen ook de Duitse, slechts 4.000 pk leverende, E 18 ruimschoots. Omdat de machines ook halverwege de jaren 1960 nog lang niet konden worden gemist, besloot de ÖBB om de locomotieven in het kader van een grote onderhoudsbeurt te moderniseren door ze opnieuw te bekabelen. Vier machines reden nog tot 1992.

  • Digitale functies

    Control Unit Mobile Station Mobile Station 2 Central Station 1/2 Central Station 3/2*
    Mobile Station 2**
    Frontsein
    Locfluit
    Directe regeling
    Frontsein cabine 2
    Frontsein cabine 1

    * Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2

    **Neue Möglichkeiten und Ausstattungsmerkmale der Mobile Station 2 (Art.-Nr. 60657/66955) mit dem Software Update 3.55

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 3 jaar