Voorbeeld: elektrische locomotief serie De 6/6 "Seetal-Krokodil", voormalig voertuig van de Schweizerische Bundesbahnen (SBB), later van de Oensingen-Balsthal-Bahn (OeBB). Bruinrode basisbeschildering. Actuele bedrijfstoestand als museumslocomotief met nummer 15301.
Art.nr. | 37526 |
---|---|
Spoor / Schaalgrootte | H0 / 1:87 |
Tijdperk | VI |
Type | Elektrische locomotieven |
Model: met Digital-decoder mfx en uitgebreide geluidsfuncties. Geregelde hoogvermogensaandrijving met vliegwiel. 6 assen aangedreven. Antislipbanden. Geleed drijfwerk voor bochten. Met de rijrichting wisselend driepunts frontsein en een wit sluitsein, conventioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Verlichting met onderhoudsvrije warmwitte LEDs. Opgestoken handgrepen van metaal. Remslangen los meegeleverd.
Lengte over de buffers: 16,2 cm.
De geljkstroomuitvoering van dit model kunt u vinden in het Trix-assortiment onder artikelnummer 22246.
Find more Märklin explanation videos on our YouTube Channel
Spare parts for our articles can be found here in our spare parts search.
Eenmalige serie
"Seetal-Krokodil" De spoorlijnen van de Zwitserse Seetalbahn bij Wildegg en Beromünster waren van 1910 tot 1930 geëlektrificeerd met 5,5 kV/25 Hz, een overblijfsel uit de lokaalbaantijd. Met de nationalisatie in 1922 besloot de SBB zowel tot standaardisering van de stroomtoevoer als de aanschaf van nieuwe locomotieven. Zo waren de in 1926 geleverde 3 machines De 6/6 reeds op de normale stroomvoorziening van 15 kV/16 2/3 Hz voorbereid. De "Seetal-Krokodil" draagt zijn naam met ere: de drijfwerkconstructie komt overeen met die van de beroemde SBB-machine. Twee groepen drijfwielen (hier zonder voorloopwiel) dragen een driedelige opbouw. Omdat de Seetal-locs echter flexibeler en lichter moesten zijn, werden passende mechanische onderdelen gebruikt van de tegelijkertijd gebouwde kleine rangeerlocomotief Ee 3/3. Elk drijfstel wordt door een motor aangedreven over een blinde as en drijfstangen. Het gezamenlijke vermogen is 850 kW, waarmee 50 km/u mogelijk is. Kenmerkend voor de machine zijn de grote luchtinlaten op de apparatuurkant voor de koeling van de transformatoren en de enkele stroomafnemer op het dak. De drie kleine Krokodillen waren tot 1983 bij de SBB in gebruik, sinds de jaren 50 voornamelijk als rangeerlocs. De locomotieven 15302 en 15303 werden in het voorjaar van 1983 gesloopt. Locomotief 15301 ging naar de Oensingen-Salsthal-Bahn waar hij nog eens tien jaar als goederenlocomotief werd ingezet. De enige overgebleven locomotief 15301 wordt nu beheerd door de vereniging "Seetalkrokodil 15301".
Control Unit | Mobile Station | Mobile Station 2 | Central Station 1/2 | Central
Station 3/2* Mobile Station 2** |
|
---|---|---|---|---|---|
Frontsein | |||||
Rijgeluid eloc | |||||
Locfluit | |||||
Directe regeling | |||||
Piepen van remmen uit | |||||
Frontsein loczijde2 | |||||
Rangeerfluit | |||||
Frontsein loczijde 1 | |||||
Koppelgeluid | |||||
Conducteursfluit | |||||
Stoom/druklucht afblazen | |||||
Perslucht | |||||
Panto-geluid | |||||
Rangeersnelheid |
* Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2
** New features of the Mobile Station 2 (Part No. 60657/66955) with the Software Update 3.55