BR 212, DB | Spoor H0 - Art.nr. 37000

Diesellocomotief.

Voorbeeld: Diesellocomotief serie 212 van de Deutsche Bundesbahn (DB). Purperrode uitvoering van tijdperk IV. Bedrijfstoestand ca. 1978.

( c e h N T 4
Diesellocomotief.
Diesellocomotief.

De belangrijkste gegevens

Art.nr. 37000
Spoor / Schaalgrootte H0 / 1:87
Tijdperk IV
Type Diesellocomotieven
Vanaf fabriek uitverkocht.
Neem contact op met uw lokale dealer
Dealer zoeken

Highlights

  • Volledig nieuwe constructie.
  • Opbouw en onderstel van metaal.
  • Digital-decoder mfx.
  • Uitgebreide geluidsfuncties.
  • Telex-koppeling
  • Product

    Model: Met Digital-decoder mfx en uitgebreide geluidsfuncties. Geregelde hoogvermogenaandrijving met vliegwiel centraal ingebouwd. Alle 4 assen over cardan aangedreven. Telex-koppeling voor en achter afzonderlijk schakelbaar. Antislipbanden. Driepuntsfrontsein wisselt met de rijrichting en 2 rode sluitseinen traditioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Verlichting met warmwitte LED’s. Gedetailleerde bufferbalk. Opsteekbare remslangen meegeleverd.
    Lengte over buffers 14,1 cm.

    Dit model is als gelijkstroomuitvoering opgenomen in het Trix H0-assortiment onder artikelnummer 22820.

    Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.

    Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.

  • Productinfo

    - Folder nieuwe modellen 2012 - Totale programma 2012/2013
  • Grootbedrijf

    De diesellocs van de serie V 100 werden in de jaren 1950 in eerste instantie als opvolger van de stoomlocseries 64 en 86 ontwikkeld. Ze waren bedoeld voor de lichte dienst op hoofdlijnen en gemengd verkeer op nevenlijnen. Als voorbeeld diende de V 80, hoewel de nieuwe loc moest een gunstiger kostenplaatje moest opleveren. De opdracht voor de ontwikkeling ging naar een samenwerkingsverband van BZA München en MaK in Kiel. In de late herfst van 1958 leverde MaK de eerste vijf locomotieven V 100 001-005 (later V 100 1001-1005, vanaf 1968: 211 001-005) met 1.100-pk-motoren en de V 100 006 (later V 100 2001, vanaf 1968: 212 001), die van een 1350-pk-motor was voorzien. In 1961/1962 volgde de bestelling van 20 locs van de serie V 100.20 met de zwaardere 1350-pk-motor als "lichte hoofdspoorweglocomotief". Tussen 1963 en 1966 leverde de Duitse industrie twee series met in totaal 360 exemplaren van deze krachtigere variant. Voor de inzet op het steile traject Rastatt – Freudenstadt werden in 1965 tien machines van de laatste serie (V 100 2332-2341) afgescheiden en van hydrokinetische remmen voorzien. De V 100 werd gekenmerkt door zijn hoekige vorm, die duidelijk aansloot op het uiterlijk van de V 60. Het motorvermogen werd via een elastische koppeling en een cardanas op de hydraulische Voith-aandrijving overgebracht, waarmee tussen baansnelheid (Vmax 100 km per uur) en rangeersnelheid (Vmax 65 km per uur) kon worden geschakeld. De draaistellen bestonden uit een nieuwe constructie van gelaste buizen, waaraan de lenkarmen via silentblocs waren bevestigd. De machine-installatie in het voorste deel van de lange uitbouw was van buitenaf toegankelijk via een schuifdeur. De universeel inzetbare machines trokken lichte en middelzware reizigers-, snel- en goederentreinen op hoofd- en nevenlijnen. In 1968 kregen de V 100.20 de nieuwe serieaanduiding 212, terwijl de locs voor steile trajecten omgedoopt werden tot serie 213. Halverwege de jaren 1990 liep de inzet duidelijk terug. De laatste locs werden in december 2004 bij de goederenvervoertak van de DB AG (Raillion) buiten dienst gesteld. De meeste locs kwamen echter niet op de schroothoop terecht, maar werden via loc-handelaars verkocht. Veel ervan worden nu door railbouwbedrijven in Frankrijk en Italië gebruikt. Maar ook Duitse particuliere spoorwegondernemingen en buitenlandse staatsspoorwegen waren en zijn nog steeds dankbare afnemers van de V 100.20 (212). Zelfs de DB kan de beproefde machines nog niet helemaal missen. Twaalf machines werden van een andere motor voorzien en rijden nu bij de DB Fahrzeugdienste GmbH en zes 212/213 zijn bij de DB Bahnbau-Gruppe GmbH te vinden. Vijftien exemplaren zijn als omgebouwde serie 714 beschikbaar voor de DB Netz Norfalltechnik en dienen als tractievoertuigen voor reddingstreinen, die vooral bij noodgevallen op nieuwe lijnen worden ingezet.

  • Digitale functies

    Control Unit Mobile Station Mobile Station 2 Central Station 1/2 Central Station 3/2*
    Mobile Station 2**
    Frontsein
    Telex-Koppeling voor
    Rijgeluid dieselloc
    Tyfoon hoog
    Telex-koppeling achter
    Directe regeling
    Frontsein achter uit
    Tyfoon laag
    Frontsein voor uit
    Piepen van remmen uit

    * Nieuwe functies van het Central Station 2 (onderdeelnr. 60213, 60214 of 60215) met de software-update 4.2

    **Neue Möglichkeiten und Ausstattungsmerkmale der Mobile Station 2 (Art.-Nr. 60657/66955) mit dem Software Update 3.55

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 15 jaar