Stoomlocomotief met getrokken tender.

BR 24 – Steppenpaard in Pruisen. Voor de vlakke, lange zijlijnen in Oost- en West-Pruisen werden van 1926 tot 1938 in totaal 95 exemplaren van de serie 24 aangeschaft. De als 'Steppenpaard' aangeduide locomotief was als reizigerstreinloc ontworpen, maar werd al spoedig als multifunctionele locomotief gebruikt. De 16,96 m lange machine, die een maximumsnelheid van 90 km/h bereikte, was een parallelle serie met de BR 64 en bewees zich in de haar toebedeelde taken zeer goed. Door de deling van Duitsland en de gebiedsafdrachten aan Polen kwamen ten slotte 38 machines naar de Deutsche Bundesbahn, waar ze verder op zijlijnen, vaak met Donnerbussen, waardevolle diensten verrichtten. Langzamerhand werd ze op veel plaatsen door de rode railbussen van de series VT 95 en VT 98 verdrongen, werd ze buiten dienst gesteld en verschroot. Haar laatste BW was Rheydt, van daaruit nam ze in 1966 afscheid uit de reguliere dienst bij de Deutsche Bundesbahn. In Polen kon men tot 1976 niet afzien van de 34 overgebleven machines, die men na de Tweede Wereldoorlog overnam. 4 Steppenpaarden zijn tot op heden museaal behouden gebleven, een daarvan is uit het bestand van de Poolse Staatsspoorwegen (PKP).