Spoor H0 - Art.nr. 39436

Stoomlocomotief S 3/6, de "Langbenige"

Voorbeeld: Sneltrein-stoomlocomotief uit de Beierse serie S 3/6 als loc van de K. Bay. Staatseisenbahnen, subserie d, die "Langbenige" met een drijfwieldiameter van 2.000 mm. Bedrijfsnummer 3624. De latere 18 441. Zoals in gebruik rond 1912.

Stoomlocomotief S 3/6, de "Langbenige"
Art.nr. 39436
Spoor H0
Schaalgrootte 1:87
Tijdperk I
Type Stoomlocomotieven
Vanaf fabriek uitverkocht.

Highlights

  • Met grote aandrijfwielen.
  • Gedetailleerde weergave van de verlichte machinistencabine.
  • Gedetailleerd onderstel van metaal met onderbroken stavenframe.

Product

"Model: Compleet nieuwe constructie. Locomotief grotendeels van metaal. Gedetailleerd onderstel van spuitgietmetaal met onderbroken stavenframe. Vrij zicht op het onderstel. Gedetailleerde weergave van de machinistencabine. Lampen wit uitgevoerd. 5-polige hoogvermogenaandrijving met vliegwiel. Standaard rookgarnituur, verlichte machinistencabine, treinnaderingslicht digitaal schakelbaar, decoder mfx+. Kortkoppelingsmechanisme tussen locomotief en tender met ""vitrineopstelling"". Gedetailleerde rookkastdeurtreden, haakkoppeling en luchtslang voor tender aan de achterkant en zuigerstangafscherming worden meegeleverd. Lengte over de buffers 26,7 cm."

Productinfo

De bijbehorende personenrijtuigen vindt u onder de artikelnummers 41358, 41359 en 41369. De bijbehorende bagagewagen heeft artikelnummer 41379. Deze wagens hebben nieuwe bedrijfsnummers, nieuwe revisiegegevens en een nieuw traject.

De loc is in gelijkstroomuitvoering in het Trix H0-assortiment leverbaar onder artikelnummer 22403.

Publicaties

- Reclame- en speciale producten - Herfstnieuws 2019 - Folder nieuwe modellen 2020 - Totale programma 2019/2020 - Totale programma 2020/2021

Grootbedrijf

De eerste machine reed in juli 1908 de fabriek uit. In drie series leverde Maffei tot 1911 nog 16 ongeveer dezelfde machines. Afwijkend van de eerste locs kregen 18 machines (series d en e, Maffei 1912/1913, bedrijfsnr. 3624-3641) aandrijfwielen met een diameter van 2.000 mm. Daardoor was ook de ketel van deze machines hoger geplaatst. Juist de in 1912/13 in dienst genomen "langbenige" S 3/6 groeiden uit tot het meesterwerk van de Beierse sneltreinlocomotieven. Zij bleken het uitstekend te doen op lange trajecten en waren uitermate geschikt voor snelle treinen. Zo trokken ze al snel en zonder tussenstop de D 57/58 tussen München en Würzburg (277 km in 3:20 uur) en de D 79/80 tussen München en Neurenberg (199 km in 2:15 uur). Helaas betekende de Eerste Wereldoorlog niet veel later het einde van deze uitstekende prestaties. Bij de DRG kregen de resterende machines met kleine wielen de nummers 18 401-434, 18 461-478 en 18 479-548, de "langbenige" de nummers 18 441-458. De laatste bleven, met enkele kortstondige uitzonderingen, trouw in hun Beierse thuis. Alle "langbenige" kwamen weliswaar ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog, maar de Bundesbahn-tijd beleefden de machines nauwelijks meer, in de jaren direct na de oorlog werden ze bijna allemaal uit dienst genomen. De uitzondering vormde alleen de 18 451, die was vanaf februari 1950 beschikbaar voor het locomotiefproefstation in Göttingen. Daar voerde hij een aantal perfecte ritten uit, waarvan de duurloop van 2 mei 1951 nog steeds als bijzonder wordt beschouwd. Voor de nieuwe dubbeldekstrein van Hamburg naar München waren de rijtijden van de nieuw ingevoerde sneltreinstellen Ft 56 vastgesteld. Inderdaad kon de 18 451 de rijtijden van de Ft aanhouden en deels zelfs iets verbeteren. Het absoluut bijzonderste aan deze rit was echter het afleggen van een 820 km lang traject in continubedrijf, met slechts een bijna 40 jaar oude loc en zonder tussentijds verwijderen van slakken. Bij aankomst in München was het vuur zelfs nog zo goed dat de loc nog 100 tot 200 km had kunnen rijden. Vanaf april 1952 had het proefstation de loc niet meer nodig en werd hij uitgerangeerd. Tot 1958 was hij in de reparatiewerf Ingolstadt, waar hij voorbeeldig werd opgeknapt en in de oorspronkelijke staat werd teruggebracht. Vervolgens is hij geschonken aan het Deutsches Museum in München, waar hij als enige "langbenige" tot de dag van vandaag een ereplaats inneemt.

Eigenschappen

( Chassis en opbouw van de loc hoofdzakelijk van metaal.
# Digital-decoder mfx+
§ DCC-decoder
h Geluidselektronica ingebouwd.
E Tweepuntsfrontsein wisselend met de rijrichting.
U Märklin-kortkoppelingen in genormeerde schacht met schaargeleiding.
1 Tijdperk 1
Y Alleen voor volwassenen

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 15 jaar
Let op: Niet voor kinderen onder de 15 jaar
Control Unit Mobile Station Mobile Station 2 Central Station 1/2 Central Station 3/2
Frontsein X X X X X
Contact rookgarnituur X X X X X
Rijgeluid X X X X X
Locfluit X X X X X
Directe regeling X X X X X
Piepen van remmen uit X X X X
Treinpasseerlicht X X X X
Rangeerfluit X X X X
Cabineverlichting X X X X
Stoom afblazen X X X
Bedrijfsgeluid X X X
tuimelrooster X X X
Luchtpomp X X X
Waterpomp X X X
Injecteur X X X
Kolen scheppen X
Conducteursfluit X
Stoten railvoeg X
Geluid koppeling X
Bezanden X
Rangeersnelheid X
Brandstof bijvullen X
Brandstof bijvullen X
Brandstof bijvullen X
Veiligheidsventiel X
Gesprek X
Gesprek X
Conducteur X
Omgevingsgeluid X
Stationsmededeling X