BR 23, DB | Spoor H0 - Art.nr. 39235

Reizigerstreinlocomotief met getrokken tender.

Voorbeeld: Reizigerstreinstoomlocomotief serie 23 van de Deutsche Bundesbahn (DB), type 1´C1´h2. Gebouwd vanaf 1950. Bedrijfstoestand rond 1959. Zwarte uitvoering van de ketelringen.

Reizigerstreinlocomotief met getrokken tender.
Art.nr. 39235
Spoor H0
Schaalgrootte 1:87
Tijdperk III
Type Stoomlocomotieven
Vanaf fabriek uitverkocht.

Highlights

  • Compleet nieuwe ontwikkeling.
  • Bijzonder filigreine metalen constructie.
  • Hoogvermogenaandrijving Softdrive Sinus in compacte constructie.
  • mfx-decoder.
  • Andere bedrijfsnummer dan bij 39230.

Product

Model: Met Digital-decoder mfx. Geregelde hoogvermogenaandrijving Softdrive Sinus, onderhoudsarme motor in compacte constructie. 3 assen aangedreven, antislipbanden. Locomotief en tender voornamelijk van metaal. Kortkoppeling met mechaniek tussen loc en tender. Ingericht voor rookgarnituur 7226. Verlichting met onderhoudsarme warmwitte LED's. Driepuntsfrontsein wisselt met de rijrichting en naderhand in te bouwen rookgarnituur traditioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Op de loc en op de tender met een mechaniek geleide kortkoppeling met NEM-schacht. Andere bedrijfsnummer dan artikelnummer 39230. Berijdbare minimumboogstraal 360 mm. Imitaties remslang en zuigerstangbeschermhulzen meegeleverd. Lengte over buffers 24,5 cm.

Eenmalige serie.

Productinfo

Dit model vindt u in gelijkstroomuitvoering in het Trix H0-assortiment onder art. nr. 22231.

Publicaties

- Folder nieuwe modellen 2009 - Totale programma 2009/2010 - Totale programma 2010/2011

Grootbedrijf

BR 23. In uur 0 kon de jonge Deutsche Bundesbahn de stoomtractie nog niet missen. Voor de afdekking van de behoefte aan reizigers- en lichte sneltreinlocomotieven ontwikkelde Henschel de bouwserie 23. De van 1950 tot 1959 in 105 exemplaren gebouwde serie had de asindeling 1´C1´ en kreeg een gelast frame, ketel en tender. De maximumsnelheid lag bij 110 km/h vooruit en 85 km/h achteruit, wat voldoende was om enkele locomotieven met een keertreinregeling uit te rusten. De locomotieven verrichtten zonder bijzonder opvallend gedrag hun diensten in de geplande taken. Op 1 januari 1968 werd de BR 23 conform de computerisering in BR 023 veranderd en tot 1976 hielden de laatste, aan het BW Crailsheim toegewezen machines het uit op de rails van de Deutsche Bundesbahn. De 23 105 schreef ook Duitse spoorweggeschiedenis. Ze was de laatste in bedrijf genomen stoomloc van de Deutsche Bundesbahn, wat haar een museumverering verleende, ze was echter een van de slachtoffers van de catastrofale brand op 17 oktober 2005 in het verkeersmuseum in Nürnberg, waarbij ze zwaar beschadigd werd. Op grond van de goede onderhoudsstaat bij de buitendienststelling zijn nog meerdere exemplaren van de bouwserie 23 als museumlocomotieven bewaard gebleven, enkele daarvan zelfs bedrijfsvaardig.

Eigenschappen

( Chassis en opbouw van de loc hoofdzakelijk van metaal.
X Locomotief met geregelde, instelbare C-Sinus-aandrijving. Rijden met Märklin-transformators, in Märklin Delta-systeem en in Märklin-Digitalsysteem (Motorola-formaat).
e Digitale decoder met maximaal 9 digitaal schakelbare functies bij bedrijf met Mobile Station 60652 resp. 60651. Maximaal 5 functies bij bedrijf met Control Unit 6021; 16 functies met toekomstige regelapparaten in voorbereiding. Toegewezen functies afhankelijk van de uitrusting van de locomotief.
H Driepuntfrontsein wisselend met de rijrichting.
U Märklin-kortkoppelingen in genormeerde schacht met schaargeleiding.
3 Tijdperk 3

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 3 jaar
Control Unit Mobile Station Mobile Station 2 Central Station 1/2 Central Station 3/2
Frontsein X X X X X
Contact rookgarnituur X X X X X
Directe regeling X X X X X