BR E 10.12 DB | Spoor H0 - Art.nr. 39121

Elektrische locomotief bij de "Rheingold".

Voorbeeld: Serie E 10.12 van de Deutsche Bundesbahn (DB). Sneltreinlocomotief met aërodynamisch front, extra zware draaistellen en frontschorten. Aflevertoestand vanaf 1962.

Elektrische locomotief bij de "Rheingold".
Art.nr. 39121
Spoor H0
Schaalgrootte 1:87
Tijdperk III
Type Elektrische locomotieven
Vanaf fabriek uitverkocht.

Highlights

  • Metalen uitvoering.
  • Hoogvermogenaandrijving Softdrive Sinus in compacte constructie.
  • mfx-decoder en sound: fluit en stationsmededelingen.

Product

Model: Met Digital-decoder mfx, hoogvermogenaandrijving Softdrive Sinus en geluidsgenerator. Onderhoudsarme motor in compacte constructie centraal ingebouwd. 4 assen over cardan aangedreven, antislipbanden. Frontsein en sluitseinen met onderhoudsarme, warmitte LED's traditioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Ingezette handrails van metaal. Cabine met interieur, gemonteerde regelknop. Gemonteerde dakloopplanken. Lengte over buffers 18,9 cm.

Productinfo

De Rheingold-rijtuigen voor de sneltreinloc E 10.12 zijn de modellen 43850, 43860, 43870 en 43880. Voor gelijkstroomsystemen biedt Trix de Rheingold-locomotief als model 22031 aan.

Publicaties

- Totale programma 2007/2008 - Folder nieuwe modellen 2007 - Totale programma 2008/2009

Grootbedrijf

Over Schorten en Strijkijzers... Met de nieuwbouw sneltreinlocomotief E 10 was de DB na de aflossing van de stoomlocomotieven uitgerust voor de vlotte bediening van het eigen sneltreinnet. Voor het snelverkeer op het internationale TEE-net waren echter hogere snelheden vereist dan tot dusver gebruikelijk. Krauss-Maffei, Henschel en Siemens ontwikkelden in 1962 een hoogvermogenlocomotief, die een langere overbrenging, nieuwe draaistellen en een moderne aërodynamica kreeg. Het "strijkijzer" op het front, de beklede buffers, de schorten onder de bufferbalken en de ventilatorband aan de zijkant optimaliseerden de vorm voor 160 km/h - en ze zagen er goed uit. Op korte termijn werd dit geslaagde design daarom ook voor de 150 nog op handen zijnde serielocs overgenomen, die daarna als serie E 10.3 gevoerd werden. De 31 hoogvermogenlocomotieven hebben zich voor de paradetreinen van de DB bewezen: "Rheingold", "Rheinpfeil", "Rheinblitz", "Helvetia" en andere. Elektrotechniek en mechaniek van de E 10.12 waren de technische basis voor de volgende generatie sneltreinlocs: de E 03.

Eigenschappen

) Chassis en opbouw van de loc van metaal.
X Locomotief met geregelde, instelbare C-Sinus-aandrijving. Rijden met Märklin-transformators, in Märklin Delta-systeem en in Märklin-Digitalsysteem (Motorola-formaat).
e Digitale decoder met maximaal 9 digitaal schakelbare functies bij bedrijf met Mobile Station 60652 resp. 60651. Maximaal 5 functies bij bedrijf met Control Unit 6021; 16 functies met toekomstige regelapparaten in voorbereiding. Toegewezen functies afhankelijk van de uitrusting van de locomotief.
h Geluidselektronica ingebouwd.
N Driepuntfrontsein en twee rode sluitseinen wisselend met de rijrichting.
i Stroomvoorziening omschakelbaar naar bovenleiding.
T Märklin-kortkoppelingen in genormeerde schacht met draaipunt.
3 Tijdperk 3

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 3 jaar
Control Unit Mobile Station Mobile Station 2 Central Station 1/2 Central Station 3/2
Frontsein X X X X X
Stationsmededeling X X X X X
Locfluit X X X X X
Directe regeling X X X X X