Art.nr. | 39022 |
---|---|
Spoor | H0 |
Schaalgrootte | 1:87 |
Tijdperk | I |
Type | Stoomlocomotieven |
Model: Met Digital-decoder mfx, geregelde hoogvermogenaandrijving Softdrive Sinus en uitgebreide geluidsfuncties. 3 assen aangedreven, antislipbanden. Tender van metaal. Kortkoppeling tussen loc en tender verstelbaar op basis van de railradius. Rookgarnituur 72270 naderhand in te bouwen. Tweepuntsfrontsein wisselt met de rijrichting en naderhand in te bouwen rookgarnituur traditioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Op de tender door mechaniek geleide kortkoppeling met NEM-schacht. Berijdbare minimumboogstraal 360 mm. Lengte over buffers 26,7 cm.
Eenmalige serie.
Bijpassende sneltreinrijtuigen voor de Badense IVh zijn verkrijgbaar onder artikelnummer 42765.
Badense IVh – De gecompliceerde schoonheid. De Großherzogliche Badische Staatsbahn bestelde in 1915 bij Maffei in München 20 locomotieven van de asindeling 2´C1´ (Pacific) om de Rheintalbahn efficiënter te kunnen exploiteren. De als IVh aangeduide locomotief zou voornamelijk tussen Mannheim en Basel worden ingezet en werd daarom compromisloos als sneltreinlocomotief voor het vlakke land ontworpen. Toen in 1920 de laatste IVh's door de locbouwer werden afgeleverd, was de Badische Staatsbahn al opgegaan in de Deutsche Reichsbahn, die alle 20 de locomotieven als serie 18.3 in het bestand opnam. De in depot Offenburg gestationeerde machines waren de paradepaarden op het Rheintal-traject en werden vaak voor de nieuwe luxetrein van de Reichsbahn, de Rheingold, ingezet. Maffei construeerde voor de IVh een viercilinder-ein Vierzylinder-compoundmotor, waarvan de binnencilinders ver naar voren zijn geplaatst. Dit geeft de loc een onmiskenbaar uiterlijk. Ook de tender draagt bij aan het karakteristieke voorkomen van de loc. Hij is ongewoon kort met een draaistel en twee dicht bij elkaar staande assen in het frame. De Badische IVh was tijdens zijn inzet als gevolg van zijn gecompliceerde techniek noch bij het locpersoneel, noch op de kantoren bijzonder populair. De locs werden dan ook een voor een naar Noord-Duitsland verwezen, tot alle locomotieven in 1942 in Bremen waren gestationeerd. Hun inzetgebied bestond daar voornamelijk uit het Noord-Duitse vlakke land, waarvoor ze ook het meest geschikt waren.
Control Unit | Mobile Station | Mobile Station 2 | Central Station 1/2 | Central Station 3/2 | |
---|---|---|---|---|---|
Frontsein | X | X | X | X | X |
Contact rookgarnituur | X | X | X | X | X |
Rijgeluid stoomloc | X | X | X | X | X |
Locfluit | X | X | X | X | X |
Directe regeling | X | X | X | X | X |
Rangeerfluit | X | X | X | X | |
Piepen van remmen uit | X | X | X | ||
Kolen scheppen | X | X | X | ||
Stoom afblazen | X | X | X | ||
Schudrooster | X | X | X |