Zware elektrische locomotief Re 620

Grootbedrijf

Ze was en is altijd nog iets speciaals: de Re 6/6 van de Schweizerische Bundesbahnen (SBB). Lange tijd gold deze machine als de sterkste elektrische locomotief ter wereld en draagt deze titel nog altijd in Zwitserland. Dit grote vermogen van 8.020 kW kon men natuurlijk alleen op zes assen onderbrengen, waarbij de voor Midden-Europese normen eerder ongewone wielsetcode Bo’Bo’Bo‘ werd toegepast om de nodige tractie met goede rij-eigenschappen in de bochten te combineren. Daarbij moest het middelste draaistel voldoende speling aan de zijkant hebben en de drie draaistellen via elastische diagonale koppelingen met elkaar verbonden zijn. Volgens deze voorwaarden bestelde de SBB 1969 vier verschillende prototypes bij SLM (mechanische deel) en bij BBC (elektrische deel). Deze vier machines konden in de herfst van 1972 in dienst worden gesteld en vervolgens uitgebreid worden uitgeprobeerd. Toen een definitieve versie zich begon te onderscheiden, bestelde de SBB reeds op 23 februari 1973 45 Re 6/6-serielocomotieven bij SLM/BBC. De levering van deze machines begon in 1975, voltrok in twee jaar tijd en werd in 1977 afgesloten. De levering van de tweede serie van 40 Re 6/6 (nr. 11650 - 11689) volgde meteen daarop aansluitend, van eind 1977 tot eind 1980. Vanaf dan waren de zware EC-, IC- en sneltreinen evenals de zwaarste goederentreinen met tot 1.600 ton bij Gotthard en Simplon de domeinen van de Re 6/6. Daar kwam pas verandering in vanaf de milleniumovergang, toen alle Re 6/6 in 2003 naar de nieuwe tak van het goederenverkeer SBB-Cargo werden overgeplaatst. Maar ook op vandaag is het nog altijd indrukwekkend wanneer een Re 6/6 het steile traject van de Gotthard met een lange goederentrein aanvecht. De zogenaamde "Re 10/10" is nog indrukwekkender, waar de dubbele tractie met een Re 4/4II en een Re 6/6 minstens op het Gotthardtraject snel als standaard geldt. Het prestatievermogen van deze combinatie wordt alleen begrensd door de maximale belasting op de treinhaak van 1.400 ton bij een helling van 26 promille. Anders konden beide locomotieven nog enkele honderden ton meer over de berg slepen. Vele machinisten zwoeren op de tien aangedreven assen en het juiste gewicht, en gaven telkens de voorkeur aan de nominaal krachtige Bo'Bo'-dubbele tractie van het nieuwste type.