BR 94.5-17, DB | Spoor H0 - Art.nr. 37160

Tenderlocomotief.

Voorbeeld: Goederentrein-tenderstoomlocomotief serie 94.5-17 van de Deutsche Bundesbahn (DB), met bel en voorverwarmer op de ketel, rangeerradioantenne en bufferschijf met waarschuwingskleur. Bedrijfsnummer 94 1343. Bedrijfstoestand ca. 1960.

Tenderlocomotief.
Art.nr. 37160
Spoor H0
Schaalgrootte 1:87
Tijdperk III
Type Stoomlocomotieven
Vanaf fabriek uitverkocht.

Highlights

  • Volledig nieuwe ontwikkeling.
  • Locomotief voornamelijk in metalen uitvoering.
  • Bijzonder gedetailleerde constructie met veel gemonteerde details.
  • Veel bedrijfs- en geluidsfuncties schakelbaar.

Product

Model: Met Digital-decoder mfx en uitgebreide geluidsfuncties. Geregelde hoogvermogenmotor met vliegwiel in de ketel. 5 assen aangedreven. Antislipbanden. Locomotief voornamelijk van metaal. Ingericht voor rookgarnituur 72270. Driepuntsfrontsein wisselt met de rijrichting en naderhand in te bouwen rookgarnituur traditioneel in bedrijf, digitaal schakelbaar. Verlichting met onderhoudsarme, warmwitte LED's. Zuigerstangbeschermhulzen en remslangen meegeleverd. Lengte over buffers 14,6 cm.

Productinfo

Dit model is als gelijkstroomuitvoering opgenomen in het Trix H0-assortiment onder artikelnummer 22159.

Publicaties

- Folder nieuwe modellen 2012 - Totale programma 2012/2013

Grootbedrijf

De bekende Pruisische loc-afdelingschef Robert Garbe zette in 1904 de ontwikkeling van een vijfvoudig gekoppelde tenderloc in gang. Het loopwerk en de aandrijving moesten volgens het principe van Gölsdorf worden gebouwd om een beter bochtengedrag te realiseren. Hierbij werden de eerste, derde en vijfde gekoppelde as met zijwaartse speling gelagerd en vond de aandrijving op de vierde gekoppelde as plaats. Al in 1905 leverde de Berliner Maschinenbau AG (BMAG, voorheen Schwartzkopff) twee prototypen volgens dit principe. Al snel werden meer machines van het nieuwe type T 16 in bedrijf genomen. Op grond van de niet geheel tevredenstellende rijeigenschappen werd vanaf bouwjaar 1910 de aandrijving verplaatst van de vierde op de nu vast gelagerde derde gekoppelde as. In 1913 kwam het tot verregaande veranderingen met de inbouw van een oververhitter, een stoomverdeling met Kuhnscher Schleife in plaats van de hangstaaf-verdeling en een voorwarmer van voedingswater door uitlaatstoom, die eerst in de lengte op en later naast de ketel werd geplaatst. Met deze "versterkte" T 16 was de overgang tot T 16.1 voltooid. De T 16.1 werd nog tot in 1924, dus nog in het tijdperk van de DRG aangekocht. In totaal werden er 1236 machines voor Pruisen en de DRG gebouwd en vanaf 1921 waren naast BMAG ook Hanomag, Henschel en Linke-Hofmann bij de productie betrokken. Grafenstaden leverde in 1915 nog zes T 16.1 voor Elzas-Lotharingen. Reparaties na afloop van de Eerste Wereldoorlog decimeerde het bestand en zo kon de DRG de nog aanwezige T 16.1 in 94 502-1380 en 94 1501-1740 omnummeren. De T 16.1 waren niet alleen krachtige machines voor de rangeer- en goederendienst. De DRG rustte vanaf de jaren 1920 een aantal van de T 16.1 uit met een Riggenbach-tegendrukrem. Deze kwamen deels in Thüringen en deels in et westen en zuiden van Duitsland terecht en losten daar het tandradbedrijf af. Na de Tweede Wereldoorlog vonden talloze machines een nieuw thuis in Polen, Oostenrijk, Joegoslavië, Hongarije, Tsjecho-Slowakije en de USSR. Het merendeel van de 94 bleef echter in de westelijke zones. Na de buitendienststelling van de machines die in de oorlog beschadigd waren, bezat de DB in 1950 nog 679 T 16.1, terwijl bij de DR aan het einde van de oorlog nog 249 van deze locs in de boeken stonden. Voor beide Duitse spoorwegondernemingen bleven de 94 nog decennialang onmisbaar op grote rangeerstations en zo kregen veel machines zelfs nog een rangeerradio. Bij de DB kregen 140 locs in 1968 nog de EDV-serieaanduiding 094. De laatste vijfvoudig gekoppelde locs werden pas verdrongen door de geforceerde uitlevering van de zware rangeerlocs van de series 290/291. In december 1974 verliet de laatste T 16.1 de dienst. Bij de DR werd niet veel langer gebruik gemaakt van de T 16.1. De laatste exemplaren werden in 1975 buiten dienst gesteld. Minstens twaalf T 16.1 wisten aan de snijbrander te ontsnappen. De 94 1292 bij de Rennsteigbahn en de 94 1538, die jarenlang in Gönnern als monument dienst deed, maken de beste kans hun bedrijfsvaardigheid te behouden.

Eigenschappen

( Chassis en opbouw van de loc hoofdzakelijk van metaal.
c Digitale locomotief met hoogvermogenaandrijving. Maximum snelheid en versnelling/vertraging instelbaar. Speciale motor met elektronische lastcompensatie of in compacte klokankerbouwwijze. Rijden met Märklin-transformator, in Märklin Deltasysteem of in Märklin-Digital-systeem (Motorola-formaat). Eén schakelbare extra functie (function) bij digitaal bedrijf.
e Digitale decoder met maximaal 9 digitaal schakelbare functies bij bedrijf met Mobile Station 60652 resp. 60651. Maximaal 5 functies bij bedrijf met Control Unit 6021; 16 functies met toekomstige regelapparaten in voorbereiding. Toegewezen functies afhankelijk van de uitrusting van de locomotief.
h Geluidselektronica ingebouwd.
H Driepuntfrontsein wisselend met de rijrichting.
U Märklin-kortkoppelingen in genormeerde schacht met schaargeleiding.
3 Tijdperk 3

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 15 jaar
Control Unit Mobile Station Mobile Station 2 Central Station 1/2 Central Station 3/2
Frontsein X X X X X
Contact rookgarnituur X X X X X
Rijgeluid stoomloc X X X X X
Locfluit X X X X X
Directe regeling X X X X X
Piepen van remmen uit X X X X
Bel X X X X
Rangeerfluit X X X X
Stoom afblazen X X X X
Luchtpomp X X X
Kolen scheppen X X X
Schudrooster X X X
Injecteur X X X
Generatorgeluid X X X
Cabineradio X X X
Koppelgeluid X X X