Spoor Z - Art.nr. 88544

Elektrisch locomotief BR 103.1

Voorbeeld: Elektrische locomotief serie 103.1 van de Deutsche Bahn (DB), in beige-purperrode kleurstelling.

! / H k i 4 Y
Elektrisch locomotief BR 103.1
Elektrisch locomotief BR 103.1
Elektrisch locomotief BR 103.1
Elektrisch locomotief BR 103.1
Elektrisch locomotief BR 103.1
Elektrisch locomotief BR 103.1

De belangrijkste gegevens

Art.nr. 88544
Spoor / Schaalgrootte Z / 1:220
Tijdperk IV
Type Elektrische locomotieven
Vanaf fabriek uitverkocht.
Neem contact op met uw lokale dealer
Dealer zoeken

Highlights

  • Doorgedreven herwerking van het model met:
  • Nieuwe generatie motoren.
  • Bovenlichten van de machineruimte met ramen en warmwitte ledverlichting.
  • Product

    Model: Locomotief in fijn afgewerkte, gedetailleerde kleurstelling en opschriften. Uitgerust met de nieuwe generatie motoren (klokankermotor). Met de rijrichting wisselend frontsein met warmwitte led. Bovenlichten van de machineruimte met ramen en verlichting van de machineruimte. Beide draaistellen aangedreven. Onzichtbaar aangebrachte omschakelaar voor functioneel gebruik van de bovenleiding. Lengte over de buffers 88 mm.

    De locomotief 88544 vormt in combinatie met de rijtuigenset 87269 een voorbeeldgetrouwe trein.

    Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.

    Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.

    Eenmalige productie voor het Märklin-dealerinitiatief (MHI).

  • Productinfo

    - Folder nieuwe modellen 2018 - Totale programma 2018/2019 - Totale programma 2019/2020
  • Grootbedrijf

    Serie 103.1 Begin jaren '60 besloot de DB om het groeiende verkeer van reizigerstreinen met de ontwikkeling van een efficiënte machine verder uit te bouwen. Eind 1962 werden vier proeflocomotieven van de nieuwe serue E 03 bij Henschel (mech. deel) en Siemens-Schuckert (elektr. deel) in opdracht gegeven, die nog op tijd voor de Internationale Verkeerstentoonstelling van 1965 in München moest af zijn. Voor het InterCity-verkeer (IC 71), gepland vanaf 1971, werd vanaf 1969 de serieproductie van de serie 103 opgenomen, maar met een nieuw verlanglijstje: De treinbelasting van TEE- en IC-treinen met een snelheid van 200 km/u stijgen van 300 naar 480 ton en 800 ton zware D-treinen moeten met een snelheid van 160 km/u nog vervoerd kunnen worden. Bij de 145 serielocomotieven, voortaan als serie 103.1 aangeduid, diende de basisbouw van het rijtuiggedeelte met brugframe, locomotiefbehuizing in vijf segmenten en drieassig draaistel voor het prototype. Ook de zelfde kopvorm van de voorspanlocomotief kon worden overgenomen. Het meest opvallend aan de buitenkant was de verdubbeling van de luchtinlaatopeningen door een tweede, vijfdelige rij ventilatorroosters in de onderste helft van de zijwanden, nodig voor een grotere toevoer van koellucht wegens de hogere prestatie van de locomotief. Met een hoofdtransformator afgestemd op hoog vermogen (continu motorvermogen in tractie 6.250 kVA) en lichtgewicht vermogenmotoren van het type WBM 368/17f met een continu motorvermogen van 1.240 kW werd een toename van het vermogen met maar liefst 25,3 % verkregen in vergelijking met het prototype – in totaal goed voor een slordige 7.440 kW of 10.116 pk. De laatste dertig exemplaren (103 216-245) kregen een frame dat 700 mm werd verlengd met een vergrote machinistencabine, om tegemoet te komen aan de dringend gevraagde vergroting van de enge machinistenruimte voor het personeel van de locomotief. Voor het welzijn werd verder een toevoer van warme of koude verse lucht voorzien, onafhankelijk van de buitentemperatuur, via een betere airconditioning. Na de levering in de jaren 1970 tot 1974 namen de 103.1 meteen de nieuwe IC-treinen over en natuurlijk ook de prestigieuze TEE, die nu deels zelfs in het nieuwe IC-netwerk werden geïntegreerd. Pas na meer dan dertig jaren intensief gebruik in het zware, hoogwaardige passagiersverkeer met prachtige kilometerprestaties reden de serielocomotieven in december 2002 hun laatst geplande ritten. Met het oog op een reservebestand en voor uitzonderlijke ritten bleven een aantal exemplaren verder in het bestand aanwezig. Twee machines (103 113 en 245) staan momenteel nog altijd bij de DB AG in Werk München voor vervoerdiensten over lange afstanden bedrijfsklaar ter beschikking en maken regelmatig een ritje.

Waarschuwing

Let op: Niet voor kinderen onder de 15 jaar