Voorbeeld: Zuurwagen met remplatform voor het vervoer van waterstofperoxide. Privéwagen van Degussa, gebruikt door de Deutsche Bundesbahn (DB) in de uitvoering van tijdperk IIIb rond 1959. Bedrijfsnummer 546 328 P.
Art.nr. | 58724 |
---|---|
Spoor / Schaalgrootte | 1 / |
Tijdperk | III |
Type | Goederenwagens |
Model: Frame van metaal. Gemonteerde frameonderdelen en algehele bovenbouw met vele samengestelde montagedelen uit hoogwaardige kunststof. Fijn gedetailleerde vakwerksteunen. Beladen met zuurpotten. Schroefkoppelingen meegeleverd.
Kleinst berijdbare boogradius 1.020 mm.
Lengte over de buffers 30,6 cm.
Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.
Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.
"Het vervoer van (gevaarlijke) chemicaliën behoorde al vroeg tot de taken van de spoorwegen in het industriële tijdperk. Het vervoer van bijtende of giftige stoffen vereiste uiteraard bijzondere maatregelen. Speciaal voor dit doel ontstonden al snel de zogenoemde zuurwagens. Deze vervoerden niet alleen zuren, zoals zwavelzuur, oleum, zoutzuur, salpeterzuur, vloeizuur en fosforzuur, maar ook andere agressieve stoffen, zoals geconcentreerde loog, en sterk oxiderende chemicaliën, zoals waterstofperoxide. Hierbij had het spoor bijna een monopolie, want de meeste van deze vloeistoffen mochten om veiligheidsredenen niet via de weg worden vervoerd. Voor het vervoer van deze gevaarlijke stoffen koos men voor aardewerk potten, want zelfs de alchemisten wisten al dat aardewerk bestand is tegen zelfs de sterkste zuren. In eerste instantie werden de aardewerk potten simpelweg op open of gesloten wagens geladen. Maar al snel kwam men tot de conclusie dat de potten beter permanent op de voertuigen konden blijven, en zo was de zuurwagen geboren. De potten konden nu niet meer simpelweg worden leeggegoten, maar moesten met perslucht worden gelost. De constructie van de zuurwagen vereiste bepaalde bouwkundige veiligheidsvoorzieningen. De wagenbodem bestond uit met asfalt ingesmeerde houten planken en moest naar de lange zijden van de wagen aflopen, zodat gemorst zuur zou kunnen weglopen. De potten waren aan de onderkant met geteerde houten balken zo vastgezet, dat ze beslist niet konden verschuiven. Bovenaan was een stalen bevestigingsframe aangebracht, waarop ook de loopplank voor de bediening steunde. Zuurwagens golden als zogenoemde ""Vorsichtswagen"", wagens waarbij extra voorzichtigheid geboden was. Ze hadden altijd een remplatform met handrem en men mocht ze nooit afstoten of laten wegrollen. De zuurwagens waren doorgaans beladen met twaalf aardewerk potten met elk een inhoud van 1.000 liter, waardoor ze al snel de bijnaam ""twaalf-apostelenwagens"" kregen. Doorgaans reden zuurwagens als privé-wagen van petrochemische bedrijven, zoals bij Degussa voor het vervoer van waterstofperoxide. Op het Duitse spoorwegnetwerk overleefden deze wagens nog tot het begin van de jaren 90.