Stoomlocomotief E 991

DSB stoomlocomotief E 991 Vanwege de toegenomen verkeersdichtheid verwierven de Deense staatsspoorwegen (DSB) in 1937 elf Pacific-sneltreinlocs uit SJ-serie F van de Zweedse staatsspoorwegen (SJ), die daar door toenemende elektrificatie overtollig waren geworden. Deze eerste Scandinavische Pacifics werden tussen 1914 en 1916 gebouwd door Nydqvist & Holm, als 4-cilinder compoundstoommachines (quadriple-expansie) met Heusinger-aansturing volgens het Vauclain-systeem, waarbij alle cilinders op een rij lagen. Zowel de uitwendige lagedruk- als de inwendige hogedrukcilinders werkten op het tweede koppelingswielstel. Op de ketelboog waren zowel de stoomdom als de zandkist onder een gemeenschappelijke bekleding aangebracht. In Denemarken werden de machines eerst in de centrale DSB-werkplaats in Kopenhagen gereviseerd, naar rechtse besturing omgebouwd en vervolgens als E 964-974 in het bestand opgenomen. Andere aanpassingen werden aangebracht aan de voedingsinfrastructuur en de bouw van 20 m-draaischijven. Door de Duitse bezetting van Denemarken vanaf 1940 had de DSB dringend meer krachtige stoomlocs nodig en werd de serie E nu door Frichs in Aarhus nagebouwd. Tussen 1943 en 1950 werden in vier series in totaal 25 locs als E 975-999 in het bestand opgenomen. De “nieuwe” Pacifics hadden een extra dom voor stoomdroging, grotere zijruiten in de machinistencabines en gelaste tenders. Bovendien werden de E 990-999 al met dubbele schoorstenen geleverd, die bij de E 975-989 tussen 1948 en 1951 achteraf werden ingebouwd. Tot in de jaren ‘60 stonden de Pacifics voor reizigers- en goederentreinen hun mannetje, maar daarna belandden ze een voor een op een zijspoor. De laatste geplande inzet van een E was in 1970 en de laatste, voor speciale ritten behouden E 994, werd in 1979 uit dienst genomen. Er bleven zes machines behouden: De E 964 en 966 konden in 1963 en 1999 aan het Zweedse spoorwegmuseum in Gävle worden verkocht en kregen daar hun oude benamingen F 1200 en F 1202 terug. De F 1200 werd zorgvuldig in zijn oorspronkelijke toestand teruggebracht en kan sinds september 2002 weer rijden. De F 1202 fungeert echter als plaatsgebonden museumstuk. De E 987 is eigendom van een particulier, terwijl de E 996 tegenwoordig in Groot-Brittannië bij de “Railworld Wildlife Haven“ in Peterborough kan worden bewonderd. Het Deense spoorwegmuseum in Odense heeft de E 991 en 994 in bezit. De eerste wordt als bedrijfsloc gebruikt (momenteel in reparatie), de laatste als expositiestuk.