Elektrische locomotief serie De 6/6 "Seetal-Krokodil"

"Seetal-Krokodil" De trajecten van de Zwitserse Seetalbahn bij Wildegg en Beromünster waren van 1910 tot 1930 met 5,5 kV/25 Hz geëlektrificeerd, een relict uit het tijdperk van de privéspoorwegen. Bij de nationalisering in 1922 besloten de SBB om de tractiestroom meteen te standaardiseren en een nieuwe locomotief aan te schaffen. Zo waren de 3 machines De 6/6 die in 1926 werden geleverd reeds voor een normale tractiestroom van 15 kV/16 2/3 Hz voorzien. De "Seetal-Krokodil" doet zijn naam alle eer aan: de constructie van het onderstel voldoet ruimschoots aan de beroemde beroemde SBB-machine. Twee aandrijfwielgroepen (hier zonder voorlopers) hebben een 3-delige opbouw. Omdat de Seetal-locomotieven echter wendbaarder en lichter moesten zijn, werden passende mechanische componenten van de parallel gebouwde kleine rangeerlocomotief Ee 3/3 gebruikt. Elk aangedreven wielstel wordt via een motor via blinde assen en diagonaalstangen aangedreven, het totale vermogen bedraagt 850 kW, waardoor 50 km/u mogelijk wordt. Kenmerkend voor de machine zijn de grote luchtinlaten aan de apparaatzijde voor de koeling van de transformatoren en de unieke dakstroomafnemer. De drie kleine krokodillen waren tot 1983 bij de SBB in gebruik, vanaf de jaren '50 hoofdzakelijk als rangeerlocomotieven. De locomotieven 15302 en 15303 werden in de lente van 1983 gesloopt. De locomotief 15301 ging naar de Oensingen-Balsthal-Bahn, waar die nog 10 jaar lang als goederentreinlocomotief werd ingezet. De 15301 is de enige locomotief die behouden is gebleven: deze wordt op vandaag door de Vereniging "Seetalkrokodil 15301" verzorgd.