Voorbeeld: Hogesnelheids-tenderlocomotief BR 61 van de Deutsche Reichsbahn-Gesellschaft (DRG) met stroomlijn bekleding en 4 gestroomlijnde sneltreinrijtuigen. 1 Eindrijtuig 2de en 3de klasse met panoramaruimte. 2 Tussenrijtuigen met coupé´s 2de en 3de klasse en 1 eindrijtuig met bagageruimte, restauratieruimte en keuken. Draaistellen Görlitz III licht.
Art.nr. | 26610 |
---|---|
Spoor / Schaalgrootte | H0 / 1:87 |
Tijdperk | II |
Type | Treinsets |
Model: Locomotief met digitale
decoder, geregelde hoogvermogenaandrijving
C-Sinus en geluidsgenerator.
Nieuwe onderhoudsvrije
hoogvermogenmotor in compacte
bouwvorm. Drie assen aangedreven.
2 Antislipbanden. Rijwerk met goede
loop door de bochten en met
gestuurde koppelassen. Gesloten
bekleding aan de zijkanten zonder
openingen of beweeglijke afdekkingen.
In een boog rijden vanaf
normale radius 360 mm mogelijk.
Verlichting met onderhoudsarme
lichtdioden. Frontsein conventioneel
in bedrijf, digitaal schakelbaar.
Treinllicht voor tegentreinen en
stoomlocgeluiden, die afhankelijk
zijn van de snelheid, zijn net als
het fluitsignaal en de optrek- en
remvertraging met Control Unit of
Systems digitaal schakelbaar.
Fluitsignaal en andere bedrijfsgeluiden
met Systems digitaal
schakelbaar. Kortkoppelingen aan
beide uiteinden van de loc, extra
weergave van de Scharfenberg
koppeling (zonder functie).
Wagen met zijschorten en geleide
draaistel.afdekkingen voor kleine
railbogen. Kortkoppelingen met
schaargeleiding ook aan de twee
eindwagens. Totale lengte over
buffers 122 cm.
Viele Tutorials, Produktvideos und Reportagen über die Welt der Modelleisenbahn finden Sie in unserem Märklin YouTube Channel.
Ersatzteile zu unseren Artikeln finden Sie hier in unserer Ersatzteilsuche.
Het model 26610 wordt in 2005 in een eenmalige serie alleen voor Insider-leden geproduceerd.
In het midden van de jaren dertig kreeg de stoomlocomotief concurrentie: snelle dieselmotorrijtuigen werden in het hoogwaardige langeafstandsverkeer ingezet. De stoomlocindustrie ontwikkelde daarom hoogvermogen locomotieven die een snelheid van maar liefst 200 km/uur konden bereiken. Voor het verkeer tussen Berlijn en Dresden kocht de Reichsbahn zelfs een hele trein. Deze trein werd getrokken door een locomotief van de serie 61. Van deze serie ontstonden bij Henschel twee types die een heel verschillende constructie hadden. De 61 001 had de asindeling 2'C2' en een tweecilinder-aandrijving. De in 1939 gebouwde 61 002 beschikte over een naloopas en een extra cilinder. Vanzelfsprekend hadden beide locomotieven een stroomlijn bekleding. Terwijl andere stroomlijnlocomotieven conventionele treinen trokken, nam de Reichsbahn speciaal voor het snelverkeer tussen Berlijn en Dresden ook stroomlijn rijtuigen in dienst. Ze kwamen van de firma Wegmann die net als de firma Henschel in Kassel gevestigd was. Interessant was, dat de trein geen enkel 1ste klasse rijtuig had. Daarvoor is de 2de klasse net zo comfortabel als de 1ste klasse, aldus de pers. Het predikaat "Salonrijtuig" was dus terecht. Het eerste en het laatste rijtuig beschikten allebei over een afgeronde voorzijde met grote panoramavensters. De reizigers in het laatste rijtuig hadden dus een voortreffelijk uitzicht rondom en op het afgelegde traject. Met het in werking treden van de zomerdienstregeling van 1936 begon de Reichsbahn met het snelverkeer tussen de hoofdsteden van Pruisen en Sachsen. Er reden twee treinparen per dag. De snelste trein deed 1 uur en 40 minuten over dit traject en was daarmee 28 minuten sneller dan de toenmalige recordhouder. In de namiddag was de keertijd tussen de D 54 en D 57 echter met slechts 32 minuten heel krap. Ook moest de Reichsbahn er steeds rekening mee houden, dat de reservemachines van andere series de topsnelheid van de 61 niet konden halen. Als deze loc wegens regelmatige of bijkomende werkzaamheden uitviel, namen de Dresdener 01 of 03 het treinstel over. In plaats van 175 km/uur haalden ze echter maar 130 tot 140 km/uur. Daarom bracht de Reichsbahn kort daarna een beetje meer speling in de dienstregelingen. Met het begin van de oorlog kwam een einde aan het snelverkeer. De rijtuigen werden voortaan voor het leger ingezet, de locomotieven stonden de meeste tijd gewoon stil. Aan het eind van de oorlog bleef de 61 001 in de Britse zone. Al in 1951 werd ze als "Splittergattung", dus als restbestand, uit dienst genomen, in 1952 afgekeurd en in 1957 gedemonteerd. De 61 002 kwam bij de Reichsbahn in de Sowjetische zone terecht. Vanuit Dresden trok ze personen- en goederentreinen. Nadat de loc in 1958 afgekeurd was, bleven het hoofdframe, de voorloop- en de gekoppelde wielen in de sneltreinlocomotief 18 201 behouden.